April 2005. Hoefsmid Roy Beekink helpt bij het heropvoeden van de Andalusier Devoto. Het paard is vanwege traumatische ervaringen nauwelijks benaderbaar en extreem angstig. Tijdschrift voor paardenliefhebbers Het Bit vraagt de stal 't Balingerhof, waar Devoto staat, de ontwikkelingen gedurende een aantal maanden te volgen. Stephan Kraan schrijft de eerste bijdrage hiervoor over de hoefsmid van het 'hof'. Het stuk verschijnt waarschijnlijk in augustus.
Bange Devoto en zijn nieuwe hoefsmid
Devoto is een zes jarige ruin van het Andalusier ras. In zijn korte leven kende het verschillende eigenaren. Het paard is niet altijd even goed behandeld met als gevolg dat hij angstig reageert en moeilijk benaderbaar is. Devoto is zijn vertrouwen in de mens kwijtgeraakt.
John en Monya Erb van het educatief centrum ’t Balingerhof willen Devoto helpen zijn angst voor mensen te overwinnen. De schimmel wordt vooral bang als iemand hem aanraakt. Hij krijgt het dan ook stervensbenauwd als hij de hoefsmid aan ziet komen. Toch moet ook Devoto van tijd tot tijd bekapt en beslagen worden. Roy Beekink (51) is de vaste hoefsmid van John en Monya. Hij kent de werkwijze van ’t Balingerhof en het ‘hof’ kent hem. Hieronder vertelt hij over zijn eerste ontmoeting met Devoto.
Het werk aan de hoeven is niet alleen een kwestie van technische handelingen. Het vergt veel rust, geduld en vertrouwen van zowel het paard als de hoefsmid. Normaal is dat bijna nooit een probleem. Bij een paard als Devoto wel. Hij is lastig te benaderen. Het paard laat zich maar moeilijk aanraken en stribbelt tegen als hij zijn benen op moet tillen voor het bekappen en als het tegen zit, haalt hij snel en stevig uit.
Via Het Bit is Devoto onder de hoede gekomen van John en Monya Erb in het Drentse Nieuw-Balinge. ’t Balingerhof is gespecialiseerd in het oplossen van gedrags-, fysieke en rijtechnische problemen. Hun benadering gaat uit van de basisprincipes van Natural Horsemanship. Belangrijke ingrediënten hierbij zijn rust, geduld en vertrouwen. De schimmel is hier dus op zijn plek.
Ook als hoefsmid en paardenliefhebber voel ik me thuis aan het ‘hof’. Hun werkwijze sluit aan bij de mijne. Vertrouwen is de basis van alles. Mijn werk bestaat grotendeels uit het winnen van het vertrouwen, en dit vertrouwen te behouden. Daartoe beloon ik bijvoorbeeld het goede gedrag en corrigeer of negeer ik, liefdevol, het slechte gedrag. Devoto is zo angstig geworden omdat de eigenaar een benadering had van repressie: ‘jij schopt dus schop ik terug’. Maar het paard schopt juist vanwege de vele nare ervaringen. Reageren vanuit boosheid of door te straffen, werkt dan averechts. Een begripvol schouderklopje of een aai over zijn bol heeft meer effect.
Als hoefsmid gebruik ik nooit een neus- of oorpraam. Ook wil ik geen rustgevende medicatie toedienen. Ik neem gewoon de tijd bij de benadering van een angstig paard. Door met het dier te praten en rustige bewegingen te maken, stel ik het op zijn gemak. Langzaam en geduldig laat ik het paard aan mij wennen. We snuffelen en knuffelen heel wat af, voordat ik de benen vastpak en de hoeven inspecteer. Op die manier houdt noch het paard, noch de hoefsmid er een trauma aan over.
Dat klinkt allemaal heel logisch en normaal, maar Devoto is er het levende bewijs van, dat veel mensen dit geduld en begrip niet op kunnen brengen en hun dieren vernielen. Volgens mij zit er van nature geen kwaad in een paard. Het is wel nodig om te kijken naar het natuurlijk gedrag, zodat we het paard beter begrijpen als we het verzorgen. Hierover leer je overigens weinig tijdens de opleiding tot hoefsmid. Ik deed deze opleiding in Zwolle voordat ik in 2003 als zelfstandig hoefsmid ben gaan werken.
Devoto heeft bij John en Monya een veilige plek met ruimte om te dollen, te rollen en te spelen in de wei. Als ik de eerste keer bij hem kom, staat hij rustig en gedwee in zijn box. De stal is voor hem overzichtelijk en veilig. Hij houdt mij echter in de gaten. Het hele schichtige is er al van af door het werk dat John en Monya reeds hebben gedaan.
Natuurlijk moet Devoto eerst met mij kennismaken en ik geef hem daartoe ruim de gelegenheid. We hebben oogcontact en terwijl hij mijn hand besnuffelt, aai ik over zijn voorhoofd. Hij zet zijn reukinspectie voort en ik kom heel langzaam dichterbij tot ik innig tegen hem aan sta, borst aan borst. Wat denkt Devoto van mij als hij mijn handen ruikt? Vertrouwt hij mij? Ik kan hem op deze rustige manier in ieder geval betasten en aaien, zonder dat hij zich angstig terugtrekt of mij een trap verkoopt. Zolang ik maar niet aan zijn oren kom, want dan heft hij het hoofd en beweegt onrustig heen en weer. Heeft hij slechte ervaringen met een oorpraam gehad?
Ik laat zijn oren verder met rust en Devoto accepteert een vriendelijk klopje op zijn schouder. Wat er in het verleden met dit paard ook is gebeurd, belonen als hij iets goed doet, is nooit verkeerd. Ik heb daarvoor altijd een stukje wortel binnen handbereik. Ook de liefde van het paard gaat door de maag. Een aardig woordje hoort daar uiteraard wel bij.
Al aaiende, ga ik langzaam naar beneden om zijn benen te strelen. Ik knijp even om te zien hoe hij reageert. Alles gaat prima. Als ik vervolgens over de schoft richting achterhand ga, voel ik een spanning en begint zijn huid te trillen. John staat te kijken en zegt dat hij zo ver nog niet is gekomen. Ik laat het erbij en ga terug naar de voorbenen, waar Devoto kan zien wat ik doe.
Ik probeer een wat ingewikkelder standje. Mijn rug gaat in zijn buik en terwijl ik hem beloon met mijn stem, pak ik zijn linkerbeen op. Mijn vrije hand glijdt langzaam over zijn rug naar achteren. Met zijn voorbeen nog in mijn linkerhand, is mijn rechter inmiddels via zijn achterbeen naar de hoef gezakt. Met wat gewiebel voeren we een handig pootje-over uit en kan ik zijn achterbeen naar voren halen. Ik blijf hem belonen terwijl ik zijn achterbeen nog enkele keren naar voren breng.
Devoto leunt met zijn gehele lichaam tegen mij aan en dat is toch wel een beetje zwaar. Wij verplaatsen ons zodanig dat hij tegen de muur leunt. Het hele verhaal begint weer van voren af aan. Het gaat nog steeds boven verwachting. Geconcentreerd haal ik het hele achterbeen naar achteren om de hoef te inspecteren. Ik spreek mijzelf toe: “rustig blijven”; “niet forceren”; “been niet te hoog optillen”. De spierspanning in het been voel ik in mijn lies. Ik blijf zacht en belonend tegen hem spreken. Langzaam geeft de schimmel zich over. Het is lang geleden dat Devoto zijn voeten heeft laten bekijken: hij is duidelijk aan een bekapbeurt toe.
Ik kijk John aan en stel voor om dat nu ook maar meteen te doen. John houdt Devoto tijdens het bekappen met een los model ‘waslijn-touw’ vast. De Andalusier laat niets merken van spanning of stress. Ik maak zijn hoef schoon en haal alle losse delen weg. De zooldikte beschermt de hoef tegen grondobjecten en voorkomt overgevoeligheid. Ik blijf dan ook van de zool af. De steunsels kort ik zodanig in dat er geen contact is met de grond. De hoefwand komt op het niveau van de zool. De hoefrand moet mooi rond zijn, voor het meest optimale afwikkelpunt. Het afwikkelen eindigt over de toon van de hoef, die alleen wat ingekort en afgerond wordt.
Als het klaar is, staat John glunderend naast me met een triomfantelijke blik. Ik krijg een mannelijke tik op mijn schouder: “Lekker hè? Dit geeft hoop voor het vervolg!”