Voor het vijftienjarig bestaan van het Internationale Shantyfestival Workum in oktober 2002, kwam een speciaal jubileumkatern uit als onderdeel van het blad Spiegel der Zeilvaart. Stephan Kraan en zijn klasgenoten van de School voor Journalistiek namen de inhoud voor hun rekening. Dit artikel is een portret van Nanne Kalma, gezicht van en motor achter het artistieke deel van het festival.
De roots van Nanne Kalma
'Bij die refreinliederen vliegt het kippenvel me op en af'
Wie ooit het Shantyfestival Workum heeft bezocht of gaat bezoeken, kan niet om hem heen: Nanne Kalma (52). Als charmante presentator van de concerten, waar hij enthousiast en met humor de artiesten aan het publiek voorstelt. Als schrijver, regisseur, acteur en zanger in de bijna jaarlijkse muziektheateropvoeringen in scheepstimmerwerf De Hoop. Als muzikant in het Liereliet en Kat yn't Seil. Het festival zou niet kunnen bestaan zonder de talloze vrijwilligers, maar zeker niet zonder Nanne Kalma. Telkens weer weet hij de vele bewonderaars en liefhebbers van zijn muziek te verrassen. Geen wonder dat hij in het jaar 2000 de provinciale cultuurprijs De Friese Anjer kreeg. Nanne Kalma over zijn fascinatie voor folkmuziek, liederencycli en a capellazang.
"Het waren de Beatles in 1964 met I Want To Hold Your Hand die mij er op veertienjarige leeftijd toe brachten om gitaarles te nemen. Ik hoorde dat nummer in Tijd voor Teenagers en liep meteen naar de platenzaak om het hoesje te bekijken. Alles werd anders. Vanaf dat moment ben ik op de kop in de muziek gedoken. Een jaar later begon ik met vrienden de band Pugh's Place. We speelden Engelstalige popmuziek en hadden erg veel succes; zoveel dat onze eerste LP en single door Boudewijn de Groot werden geproduceerd. Door de studies van de verschillende bandleden moesten we in 1971 stoppen. Mijn volgende groep werd Farmers Union die Engelstalige folk speelde. Folk was veel relaxter en zachter dan popmuziek. Ik merkte bovendien dat ik het meest van liedjes hield. Ik ontdekte de folkgroep Rum. Die jongens zongen prachtige liederen in het Vlaams. Rum deed mij beseffen hoe makkelijk, mooi en krachtig het kan zijn om muziek te maken in je eigen taal. Ik wist toen meteen dat zingen in het Fries mijn volgende stap zou zijn. In 1973 stopte Farmers Union. Ik maakte toen een beetje de balans op en lummelde een jaartje rond. Ik zocht naar Friese liedjes, maar kon die nergens vinden. Ik besloot ze toen zelf te schrijven."
Liederencycli
"Behalve het zingen in mijn eigen taal, was ik gefascineerd door liederencycli rond een thema. Dat kwam door de rockgroep The Kinks. Ze zijn bekend van hits als ' Lola' en 'Sunny Afternoon'. In 1969 brachten ze de rockopera Arthur uit. Dit was voor mij echt een monument. Een hele LP over de hard werk ende generatie van de jaren vijftig, die het Engeland van na de oorlog opbouwden. Daartegenover de jongeren van de jaren zestig, die zorgeloos de verworven luxe als vanzelfsprekend ervoeren. Dat was voor mij een herkenbaar verhaal, in prachtige spannende muziek uitgevoerd. Het slotlied heb ik echt jarenlang elke dag in mijn hoofd gehad. Ook latere themaplaten, zoals Preservation , waren schitterende liederencycli. De muziekencyclopedie van het popblad OOR ziet dit Preservation overigens als het dieptepunt in de carrière van de Kinks. Voor mij is het juist een hoogtepunt; mooie harmonieën, klanken en veel humor. Ik vond die themaplaten geweldig. Het was echter totaal iets anders dan wat ik in mijn beide bands speelde. Maar toen ik me aan het heroriënteren was nadat Farmers Union stopte, wilde ik zelf iets dergelijks gaan doen."
"Tijdens mijn zoektocht naar Friese liedjes kwam ik het Gudrun-verhaal tegen. Ik vroeg een tekstschrijver dit uit te werk en in verschillende liedjes. Deze cyclus nam ik samen met vriendin Inez Timmer en gasten op als een studioproject. De Gudrun Sêge werd een succes en zo ontstond uit dit studioprobeersel in 1975 de Friese folkgroep Irolt. In de twaalf jaar dat Irolt bestond, brachten we geregeld themaplaten uit rond Friese volksverhalen. Daarna heb ik ook met Kat yn't Seil en Kajto verschillende liederencycli gemaakt."
Johnny en Jim
"Met Irolt speelden we vaak op festivals in Engeland. In 1976 kwamen Inez en ik voor het eerst in aanraking met het verschijnsel singaround op het festival van Bracknell. In de kelder van een groot gebouw zat Johnny Collins temidden van zo'n honderd Engelsen. Om de beurt zongen de aanwezigen een lied, waarbij iedereen het refrein meezong. Bij het horen van die meerstemmige refreinen vloog het kippenvel me op en af. Het was zo fantastisch. Toen ik aan de beurt was, kon ik niets anders doen dan bescheiden de schouders ophalen. Ik kende zulke liedjes niet. Eenmaal thuis ging ik op zoek naar Nederlandse en Friese refreinliederen. Het jaar erop kon ik ook een lied inzetten in de singaround van Bracknell. Een geweldige ervaring: je had helemaal geen instrumenten nodig en kon gewoon gaan zitten zingen. De ontdekking van de kracht van het a capella zingen, was echt een wending in mijn leven. Ik kocht toen ook mijn eerste gebonden versie van Shanties From The Seven Seas van Stan Hugill."
"Inez en ik vertelden onze vrienden over Bracknell. Zo raakten ook Ankie van der Meer en Gjalt Bosma verknocht aan refreinliederen. Van deze kelder-singaround in Bracknell stamt het basisidee voor de Liereliet-avonden in Workum. Het was ook in Bracknell dat ik in gesprek kwam met Jim Mageean en de basis legde voor onze vriendschap. Johnny en Jim werden zo de meest aangewezen shantyzangers om ons in 1980 in Workum het verschijnsel singaround aan te leren. Ze zijn zo ontzettend goed! Met zijn tweeën hebben ze meer power dan menige groep. Eigenlijk vind ik Johnny en Jim de beste Engelstalige shantyzangers zijn die er bestaan."
Scheepstimmerwerf De Hoop
"In 1990 stapte ik even uit de folkmuziek met het project De Ongeluckige Voyage Van 't Schip Batavia. Drums en gillende gitaarsolo's begeleidden de liedjes die het verhaal van de enige reis van de Batavia vertelden. In 1995 pakte ik dat project met Liereliet nog eens op om er een muziektheatervoorstelling van te maken. Live gezongen met de muziekband, gestoken in zeventiende-eeuwse pakken, speelden we het hele verhaal na. Dit was ook de eerste muziektheatervoorstelling tijdens het shantyfestival. Het vond plaats in het antieke decor van scheepstimmerwerf De Hoop. Het publiek reageerde enthousiast en het was fantastisch om te doen. Daarmee ontstond de, bijna jaarlijkse, traditie om in Workum zo'n spektakel op de werf te houden."
"In 1998 bestond de Strontrace 25 jaar. De organisatie ervan vroeg mij weer zo'n muziektheater te maken ter gelegenheid van hun jubileum. Het werd Stoom Afblazen In Het Kraaiennest, dat we voor deze gelegenheid in de havenkom van Workum uitvoerden. Het publiek op de dijken en het spel op de kade, in roeiboten en op een tjalk. Met alle schepen van de Strontrace als decor was het een schitterend schouwspel. Ook de laatste jaren heb ik, op een enkele keer na, voor ieder festival wel een liederencyclus geschreven. In 2000 De Lotgevallen van Sjouke Gabbes, vorig jaar De Reis naar de Wilde Kust. Dit jaar schreef ik het muziektheaterstuk Henry Hudson en de Halve Maen dat vast ook wel eens in Workum te zien zal zijn . Mijn hoofd zit nog steeds vol ideeën. Ik blijf elk project zien als een oefening in creativiteit en ieder afgerond project leidt tot nieuwe oefeningen, om met Reid te spreken."