Coverstory
Voor het zomernummer van de Spiegel der Zeilvaart, vroeg de eindredactie mij een verhaal te schrijven bij het fotoverslag over de Semaine du Golfe. Zelf was ik betrokken bij de organisatie van het Nederlands Dorp in Vannes, maar had niet gevaren. Een uitdaging met als resultaat onderstaand verhaal, dat meteen de coverstory bleek.
Nederlandse vloot bij Semaine du Golfe 2013
“Nog nooit zoiets meegemaakt. Ik krijg het niet uit mijn hoofd”
“Het water is onbeschrijfelijk. Het bobbelt, kolkt en maakt plotselinge golfen. In de engtes vormt het een soort wildwaterbaan. Het ene moment heb je golven van een halve meter, het volgende moment een golfveld met spitse puntjes waar het water rechtop staat.” Richard Bormans komt een maand na de Semaine du Golfe nog woorden te kort. “Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt; ik krijg het niet uit mijn hoofd. Die Golfe du Mor Bihan is voor Nederlandse begrippen een ongekend gebied met fantastische uitzichten, groot water, stroomengtes, eilandjes met mooie begroeide oevers en baaien met karakteristieke Bretonse dorpjes. Het getijdenwater en snelle stroomversnellingen maken het tot een uitdagend en magnifiek watersportgebied.”
De baai van Mor Bihan in het zuiden van Bretagne is in de tweede week van mei bezaait met meer dan 1200 grote en kleine zeilschepen. Semaine du Golfe zo heet dit tweejaarlijks nautisch spektakel in een binnenzee, iets kleiner als het IJsselmeer met tientallen prachtige eilandjes. De Lage Landen zijn dit jaar de eregast. Onder de bezielende leiding van Thedo Fruithof en Karen Meirik maken vijftig Nederlandse schepen en 250 bemanningsleden en vrijwilligers, de reis van 1000 kilometer. In de haven van Vannes zijn de kades gevuld met maritieme stands, een waterbassin met klompscheepjes, muziek en dans. Er is een Nederlands dorp met exposities, botenbouw, maritieme ambachten en klederdrachten, en typische lekkernijen als gerookte haring, poffertjes en kaas. Aan de kade ligt, bij de zeilschepen de Matthew en de Phoenix, onze eigen trots de Hydrograaf. Op de wal staan vijf ijsschuiten uit Monnickendam. Dagelijks varen andere flottieljes de haven binnen. Zo ligt de haven de ene avond vol met kleurige Pilot Gigs en de volgende avond met Hollandse tjotters.
De tjotters kwamen op donderdag de haven van Vannes binnen; op de Nederlandse dag. Jack van der Berg: “Het was misschien wel het mooiste moment van de week. De kades zagen zwart van de mensen toen de tien tjotters van de Friese Tjottervloot de intocht in de haven van Vannes aanvoerden. De bemanningsleden hadden zich speciaal in historische kleding gestoken. Het publiek klapte en lachte ons toe. Man, wat waren we trots! Het toetje van de dag was ’s avonds het spiegelgevecht met rokende rode fakkels in de havenkom. Wat een sfeer.” En sfeer was er zeker. De hele week in alle dorpen die meedoen aan het evenement. “De Semaine is een hele mooie mix van varen enerzijds en samenhorigheid en vriendelijkheid van de plaatselijke gemeenschappen anderzijds,” aldus Martijn Ras van de Gudsekop. “Die dorpen ontvingen ons na een dag varen op de meest fantastische en gezellige feesten. Zo maakten we mee dat twee lokale muziekverenigingen de haven naderden en even later stond het hele plein te dansen. Een soort volksdans die je in Nederland alleen op een podium ziet; hier haakte jong en oud in en stond iedereen te dansen.”
De Semaine du Golfe begon op maandag met een parade vanaf de Atlantische Oceaan door de engte van Port Navalo. De Hydrograaf was het vlaggenschip van de parade en voer met een Bretonse groep doedelzak en bombardespelers aan boord langs het talrijke publiek. Erik Smit voer mee met de Vissermansschouw WON25. “In de engte langs Port Navalo is de stroom enorm. Je schip wordt soms 30 graden opzij gezet door stroomkolken. Dat voelt oncontroleerbaar, is spannend en je moet hard werken. Maar dat ging prima. We voeren tussen 800 schepen, maar daar merk je weinig van. Je hebt er maar een stuk of tien om je heen en samen stroom je zo naar binnen.”
De vloot van 1200 schepen was verdeeld in tien flottieljes, waarvan de schepen min of meer een eenheid vormden. Zo waren de WON25 en het skûtsje Gudsekop ingedeeld bij de werk- en visserijschepen. De tjotters, Fries jachten en de Valk501 maakten deel uit van flottielje 7, die weer verdeeld was in een recreatie- en een wedstrijdklasse. De dagelijkse routes voor de verschillende flottieljes gingen naar alle uithoeken van het gebied. “Naar binnen toe wordt de baai een labyrint van eilandjes en grotere baaien. We hadden een goeie kaart bij ons, dan weet je waar bakens en ondieptes zijn. Dat maakt het gebied goed bevaarbaar, ook voor de eerste keer,” aldus Erik Smit. “Het is prachtig om tussen granieteilandjes met bomen en strandjes door te varen. Het is fascinerend om met stroom te zeilen. Dat is heel apart, maar je hebt al gauw door hoe het werkt. Je moet de navigatie goed in de gaten houden, want bij laag water blijkt rond een op de kaart aangegeven boei opeens een stenige ondiepte te zijn. Als je oplettend vaart, kan er weinig gebeuren. Achterin de baai zijn steeds meer modderbanken. Daar voer een fransman zich vast, dus ik ging daar niet naar toe. Maar toen ik overstag ging en het zwaard optrok, bleek dat het al een halve meter door de zachte blubber was getrokken. Dat was verrassend. Ik vaar op het IJsselmeer en als je bij het Vrouwenzand je zwaard ziet opkomen, is dat het teken om overstag te gaan. Maar hier vaar je zonder dat je het merkt zo de zachte prut in.”
De meest spectaculaire zeilervaringen had ongetwijfeld Richard Bormans van de Valk 501. Deze Valk van de Nationale Valkenklasse is een houten wedstrijdboot uit 1963. “Het was dinsdag rustig weer, maar we gingen lekker en waren al zo goed als aan het planeren. Woensdag begonnen de wedstrijden en waaide het al veel harder. De wedstrijd ging naar Port Navalo. De stroomversnellingen met windkracht 4-5 en donderdag met vlagen 6-7 heeft enorme effecten. Golven van een halve meter zijn geen uitzondering. Even later kolkend wit water met wegwaaiende toppen. Dit was zodanig, dat als je dat op foto’s ziet er niet over piekert om er met een Valk te varen. Het was echter geweldig, een groot onvergetelijk avontuur. Als je daar planerend doorheen gaat, waarbij de Valk zoveel power heeft dat hij met gemak omgaat met stroomsterktes van 13 knopen. Dat is onbeschrijflijk waanzinnig. Wij waren in onze regattavloot met afstand de allersnelste boot. We kwamen soms met een half uur voorsprong aan. Op donderdag vlogen we met een snelheid van misschien wel 30 km per uur op een planeerrak van 5 km over het water. Een weergaloze ervaring.”
De tjotters voeren ook in flottielje 7 maar deden niet mee met de wedstrijd. “De tjotters zijn wat klein voor dat water,” vertelt Jack van der Berg. “Nu heb je daar veel meer kleine bootjes van 5 meter, maar die hebben een hoger vrijboord dan de tjotters. Wij lopen dus eerder vol water en moeten sneller hozen. En dan we hebben ook nog die ronde kop. Dat is in dat water wel lastig, ondanks dat de golfslag langer is. De stromingen zijn het lastigst, Daar stond het water recht over eind en kwam af en toe een golf binnenvallen. In ons gebied waren twee engtes met versnellingen en die hebben grote indruk achter gelaten bij onze zeilers. Zo voer je rechtuit en dan, pats, werd je zomaar opzij gezet. Uiteindelijk leer je omgaan met en gebruik maken van de stroom. De tjotters konden dit prima aan. Tot windkracht 5 was dat geen probleem, maar we zijn wel onder de eilanden gebleven.”
Erik Smit van de WON25 genoot ook van andere dingen. “Het mooiste dat ik meegemaakt heb, is het voor anker liggen in een mooi verlichte baai met muziek op de kant. De avonden waren heel leuk en prettig. Mooie schepen en mooie schippers, daar draait het om. De Semaine du Golfe is voor schepen met karakter en het is de bedoeling dat de bemanningen elkaar ontmoeten. Dat is het leukste aspect van het festival. Je wordt makkelijk opgenomen in het Franse gezelschap. Ze nodigen je snel uit om aan boord een wijntje te doen.” Ook de Gudsekop had goede aansluiting bij de Fransen. “We kwamen een IJsselaak genaamd ‘Het Leger’ tegen, met Franse eigenaren. Zij gebruikten al 6 jaar iedere keer dat ze overstag moesten de motor. Wij hebben ze geleerd dat dit ook op de zeilen kan. We hebben met ze meegevaren en ze nog veel meer uitgelegd over wat je met een traditioneel tuig kan doen. Door deze contacten ziet het er naar uit dat ook andere Franse eigenaren van traditionele Nederlandse schepen, naar ons in Nederland komen om het vak te leren,” aldus Martijn Ras. Ook Jack van der Berg raakt niet uitgepraat over de gastvrijheid en feesten. “Op dinsdag trok iedereen naar Île d’Arz. Het was zo druk dat onze tjotters met zijn zessen aan een mooring lagen. Op de wal was een reusachtige picknick met overal eten en drinken. Overal was muziek en dansten mensen. Ook bij de Nederlandse groep Kapriol! danste een grote groep Bretonnen hun traditionele dans. En Reinier Sijpkens? Ach, overal waar die man met zijn muziekboot kwam, zag je mensen vrolijk lachend meedoen met de prachtigste serenades.”
De Gudsekop deed mee aan de grote eindparade op zaterdag. “Het was geweldig. Dat was anker omhoog en mee op de stroom. In de hoofdstroom ging het 10 tot 15 knopen. Zo snel hebben we nog nooit gevaren. Dat was een bizarre gewaarwording. De speedboot van de Etoile du Roi van 275 PK riep ons op om rustiger aan te doen omdat ze ons niet konden inhalen. In de stroom ging het erg hard en ze konden ons door alle zeilen niet eens zien. Maar het was wel lachen dat zij ons als motorloos schip niet bij konden houden. Ons hoogtepunt was de aanwezigheid van Ed Kronenburg aan boord, de Nederlandse ambassadeur van Frankrijk. Hij was samen met Thedo Fruithof en Karen Meirik aan wie we dit alles te danken hadden. Dat was een grote eer. De ambassadeur was de hele dag bij de Semaine du Golfe, zowel op het water als aan de wal in Vannes.”
Voor de Friese tjottervloot uit Heeg onder leiding van Jack van der Berg was de Semaine om heel andere redenen ook nog een boeiende ervaring. “We hebben door mee te doen laten zien dat de tjottervloot springlevend is. Dat het geen museumvloot is maar dat we er mee willen varen. De aaibaarheidsfactor van de tjotters is enorm. We zijn uitgebreid op de Franse tv geweest en stonden alle dagen in de kranten, tot op de voorpagina toe. De tjottervloot blijkt een supergoeie en goedkope manier om aan promotie voor Nederland te doen.”
Dit artikel verscheen in het juli/augustus nummer van Spiegel der Zeilvaart. Het is de tekst bij een 8 pagina's fotoverslag van Klaas Wiersma.