Geslaagde Beurs Klassieke Schepen 2006 Verslaggeving en redactie: Stephan Kraan Ga met de muis over de verwijzingen naar de nieuwsitems. Klik erop als deze vet worden om erheen te gaan. |
Nieuwe locatie brengt twintig procent meer bezoekers De tiende Beurs Klassieke Schepen is een groot succes geworden. Ondanks het natte en stormachtige weer, wisten enorm veel mensen het beursterrein te vinden. Maar liefst twintig procent meer bezoekers, zorgden voor een record dat ver boven de vijfduizend ligt. Vermoedelijk is deze goed bereikbare en gemakkelijk toegankelijke locatie de hoofdreden. De organisatie is dan ook erg tevreden over deze nieuwe plek, en er zijn zowel onder bezoekers als onder exposanten alleen maar positieve geluiden te horen geweest. "Het geweldige van deze plaats is dat we alle scheepstypes van bijna alle lengtes op een compacte en overzichtelijke manier kunnen laten zien", vertelt Thedo Fruithof. "Het is bovendien historische grond waar eeuwen geleden de VOC schepen voeren en aanmeerden. Dat geeft een beurs als deze extra cachet en maakt het een hele logische plek waar alles klopt. Voor de bezoekers is het zo fantastisch dat ze meteen uit de trein het beursterrein op kunnen lopen; terwijl de bezoekers die per auto komen, een prachtige boottocht langs alle oude schepen maken." Meer bezoekers betekent niet automatisch dat de exposanten tevreden zijn. Zij verdienen natuurlijk niet zo veel als er alleen maar kijkers komen. De beurs moet dus vooral ook bezoekers trekken die daadwerkelijk vinden wat ze zoeken. En dat lijkt bij een eerste inventarisatie inderdaad het geval te zijn. De exposanten hebben goede vruchtbare contacten kunnen leggen en zijn er tevreden over. "De samenwerking met de gemeente en de havendienst was echt prima, we willen dus graag terugkomen in 2008", aldus Thedo. "We hopen dan ook van harte dat de gemeente en de provincie er in slagen deze locatie als evenemententerrein te behouden." |
||
Een goede instructeur houdt z'n mond Na drie dagen beurs is de bevlogen Marianne van der Linden(41) nog lang niet uitgepraat. Vol enthousiasme haalt ze kijkers binnen in de Lemsteraak Ronde Walvis. Nee, het is niet haar eigen schip; net zo min als de Senta. Marianne geeft met ScheepsWijs vaarcursussen op rond- en platbodemschepen van verhuurbedrijven of van deelnemers. Ze heeft zichzelf met een serie artikelen met vaarinstructies in de Spiegel der Zeilvaart dit jaar behoorlijk in de kijker gespeeld. Publiciteit is bij haar sowieso in goede handen. Wie haar ontmoet, is meteen verkocht. Zoveel passie, gedrevenheid en enthousiasme werkt aanstekelijk. In 1990 woont Marianne nog in Deventer wanneer ze een opleiding doet voor zeilinstructeur in open bootjes. Ze werkt dan als bakker in een biologische bakkerij omdat ze met haar HBO-opleiding Milieukunde weinig kan. De methodiek van lesgeven op de zeilschool blijkt niet de hare. Alles is standaard en er biedt weinig gelegenheid om de lesmethode op persoonlijke manier in te richten naar de cursisten. Marianne kapt ermee en verhuist naar Sloten om een eigen zeilschool te beginnen. Ze houdt van kleinschaligheid dus koopt ze één BM-er. Tijdens de zeilcursussen op die Bm-er ontwikkelt ze haar eigen lesmethode waarin mensen zelf ontdekken te varen, lol hebben, durven te leren en inspiratie opdoen. "Als instructeur ben je klaar wanneer de mensen gemotiveerd zelf willen leren; je begeleidt ze bij het zelf ontdekken. Een goede instructeur houdt vooral z'n mond." Op die ene BM-er mist ze het samenwerken met collega's en sluit zich aan bij een zeilschool in Heeg waar ze vijf jaar les geeft aan volwassenen en instructeurs opleidt. In haar vrije tijd vaart Marianne met platbodems en skûtsjes en haalt haar binnenvaartpapieren. "Ik ging vervolgens als zetschipper varen op een schokker van 40 ton. Hier kon ik mijn eigen vaardigheden uitbreiden. Mijn vader die altijd binnenvaartschipper was geweest, ging regelmatig mee. Bij problemen gaf hij me aanwijzingen die soms op het eerste gezicht totaal het tegenovergestelde waren aan dat wat ik geleerd had. Natuurlijk had hij gelijk en bleek dat goede schippers het vak leren uit overlevering. Je kunt niet alles uit boekjes halen. Natuurlijk draag ik nu het erfgoed van mijn vader over aan mijn cursisten." In het tweede jaar op de schokker wordt ze zwanger. "Ik kon natuurlijk steeds minder en de twee maats moesten zichzelf redden. Ze waren erg gemotiveerd en ik leidde ze eigenlijk op om schipper te worden. Ze konden oefenen in een omgeving waarin veiligheid gegarendeerd moest zijn. Het kwam dus wel goed uit dat ik vanuit mijn stoel af en toe wat instructies gaf. Zo konden ze het schipperen zelf in praktijk leren." Toen haar zoon geboren was, bleef Marianne een jaartje thuis. Ze werd opnieuw zwanger maar nu van een idee. Marianne broedde op een nieuwe toekomst. Dat was vier jaar geleden. Ze noemde haar nieuwe kindje ScheepsWijs. |
||
Bij de stand van de Stichting Behoud Blazer staan twee mannen lange tijd met lapjes stof in de handen. Ze voelen, draaien, ruiken en praten over de textielmonsters. Het zijn Kees Hos en Karel Helder en het lijdend voorwerp is gemaakt van vlas. Karel Helder moet voor zijn Bu61 een nieuw grootzeil. Hij heeft daarvoor 80 strekkende meter stof nodig. En hij is niet de enige. Na de tweede wereldoorlog zijn alle nieuwe zeilen van katoen gemaakt. Maar toen de FONV vorig jaar drie km bestelde voor alle behoudsorganisaties, werd de partij afgekeurd. Het katoen was slecht geweven en te slap. Tot overmaat van ramp bleek een betere kwaliteit ook niet meer te vinden. Vóór het katoenen tijdperk zeilden de schepen met zeilen van vlas. De vezel van vlas is veel langer en is twee tot drie keer zo sterk als katoen. Het is echter ook twee keer zo duur. Alleen de armoezaaiers onder de schippers voeren met katoenen zeilen. In de Tweede Wereldoorlog holde de kwaliteit van vlasdoek achteruit. Er zat te veel rek in en de bolling was niet goed. De schippers stapten allemaal over op katoen en kankerden over het vlas. En zoals dat gaat met visserslatijn, werd het steeds erger en erger. Slechter dan vlas was er niet. Het kost Kees Hos dan ook erg veel moeite om de huidige generatie booteigenaren te overtuigen dat het vlasdoek, dat hij via een Engelse zeilenmaker bij de Schotse weverij JT Inglis in Dundee heeft gevonden, van superieure kwaliteit is. Uiteindelijk schaft de FONV 1000 meter aan; ongezien. Karel Helder vindt het helemaal niets maar moet noodgedwongen tot aanschaf overgaan. Op de beurs ziet hij het materiaal voor het eerst en Helder is laaiend enthousiast. Kees Hos laat trots de nieuwe fok van de bLazer TX33 zien. Door vrijwilligers is het vlasdoek met 40.000 steken helemaal met de hand genaaid en met cachou getaand. Het resultaat is overtuigend, maar het doek moet natuurlijk nog wel onder zeil bewijzen. Hos en Helder kennen echter geen twijfels meer. Hos en Helder snappen niet dat er maar 1000 meter van de stof is besteld. Des te groter de bestelling, des te lager de prijs. Er is al 700 meter verkocht. Wie dus nieuwe zeilen moet hebben, kan beter maar snel bij de FONV aankloppen. |
||
Een trui als identiteitskaart voor vissers Breien deed ze altijd al veel. Toen ze het boek 'Nederlandse Visserstruien" van Henriëtte van der Klift Tellegen uit 1983 onder ogen kreeg, begon Antoinette Witteman patronen uit dit boek te breien. Haar truien waren populair. De breinaalden maakten plaats voor een breimachine en ze ging zelf op zoek naar meer patronen van visserstruien. Ieder vissersdorp had vroeger een eigen patroon. Wanneer een verdronken visserman aanspoelde konden de vinders hem thuisbrengen vanwege zijn trui. Dit jaar startte ze haar eigen bedrijfje. De truien laat ze op verantwoorde manier maken bij een werk-schoolproject in India. De langharige wol komt van Spaanse Merinoschapen die tegenwoordig massaal de hellingen van Nieuw-Zeeland bevolken. De collectie bestaat uit twee modellen, Pernis en Goedereede. Op de beurs doet ze goede zaken. Vooral standhouders vrezen de koude bries die af en toe door de tent blaast en kiezen ervoor op een visserman uit de vissersdorpen Pernis of Goedereede te lijken. Tijd voor een trui met het motief van Enkhuizen. home |
||
Van de week kreeg Cees Dekker een telefoontje dat de FONV de standbemanning op de beurs niet kon rond krijgen. Hij moest zondag absoluut komen helpen. Dus zegden Cees en Marijke alle afspraken af en togen naar Enkhuizen. De bevlogen botterzeiler had nog niets door toen het een drukte van belang was bij de stand. Tot Thedo Fruithof zonder aankondiging een toespraak hield. Er waren bloemen en zoenen. de bescheiden Cees Dekker kreeg een huldiging. In augustus was hij na 20 jaar gestopt als secretaris van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen. Toen Cees Dekker twintig jaar geleden de botter BU9 kocht, werd hij meteen lid van de Vereniging Botterbehoud. Het duurde niet lang voor hij secretaris werd bij de koepel Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen. "Er waren toen maar vier behoudsorganisaties en verder niets. Er was dus veel werk aan de winkel, vooral op bestuursgebied. Al gauw groeide de federatie en bij ons kwamen bergen met post binnen, vooral nadat we 15 jaar geleden met het register waren begonnen. Binnen een jaar schreven we 1500 schepen in." Dat Nationaal Register Varende Monumenten was wat Dekker betreft zijn grootste bijdrage aan het FONV. Bij de opening van de beurs werd het 2500ste schip ingeschreven. "Ik begon uiteindelijk maar zelf met een database van schepen omdat het praten met verschillende partijen eindeloos duurde. In totaal was het vier jaar werk. We noteerden naam, afmetingen, materiaal, motorspecificaties, de geschiedenis en het gebruik van het schip." De FONV kreeg voor het register in 1996 de Herny Ford European Conservation Award en in 2003 de Prins Bernhard Cultuurprijs. Inmiddels is het register officieel erkent en bestaat de Federatie uit 14 behoudsorganisaties en heeft het een eigen bureau met veel enthousiaste vrijwilligers. Van zijn opvolgers vraagt de nog steeds bevlogen Dekker, toch vooral aandacht te houden voor de historie van de scheepvaart en voor het authentiek restaureren en behouden van de schepen. "Steeds vaker zie je traditionele schepen met plastiek touwen en zeilen, wel gemakkelijk in onderhoud maar het historisch besef verdwijnt omdat het allemaal steeds commerciëler wordt." Zelf blijft hij het goede voorbeeld geven. "Mijn eigen botter is zo origineel mogelijk, ondanks dat we bijna altijd zwaar gehandicapte kinderen meenemen aan boord. Dat gaat heel goed. We hebben toen voor een botter gekozen omdat de rolstoel van onze dochter er zonder veel aanpassingen in ging." Dekker stopt trouwens niet helemaal met de FONV. Het postadres rust nog steeds bij hem en hij blijft de website doen. home |
||
Albert Corneliszoon van Uitgeest (1550-1607), wie kent hem niet. Deze vergeten en ondergewaardeerde Hollander was de uitvinder van de door wind aangedreven houtzaagmolen. Een uitvinding die een belangrijke spil vormde voor het succes van de VOC en dus voor de ontwikkeling van Nederland als wereldhandelsnatie. Reden genoeg om een industrieel erfgoedpark rond een 17e eeuwse 'saeghmole' aan hem op te dragen. 'De Hoop' heet het themapark dat behalve die molen zal bestaan uit vijf schuren en een scheepshelling. Op die scheepshelling moeten 'moeilijk bemiddelbare jongeren' onder leiding van een meester scheepsbouwer al timmerend en schavend op het rechte pad gebracht worden. Achter in de tenthal op de beurs staat het eerste product van dit initiatief: De Beverwyck. Het is replica van een 17e eeuws rond scheepje dat als bijboot met de VOC schepen mee ging. Het idee stamt uit Albany, vlak boven New York, waar op de Hudson een replica van de Halve Maen rondvaart, vooral met schoolkinderen. Daar wilden ze werkboten bouwen om hun activiteitenaanbod te vergroten. Nederlandse leermeesters moesten hen het ambacht van scheepsbouwer bijbrengen. Eén van hen was Gerald de Weerdt. Hij wilde in Nederland hetzelfde doen op de Zaanse Schans, maar kwam uiteindelijk bij het erfgoedpark De Hoop terecht. Na de Beverwyck gaan er meer van dergelijke boten gebouwd worden met een lengte tot 23 meter; de lengte van een werkboot was afhankelijk van de breedte van het VOC schip waarop het meeging. De Vereenigde Compagnie Yemont is de opdrachtgever . Iedereen die een stukje boot wil hebben, kan lid worden en aandelen kopen. Van de opbrengst wordt een nieuw scheepje gemaakt. Zo moet er uiteindelijk een vloot van 17e eeuwse bijbootjes rondvaren. |
||
Begin deze week kreeg Steven Hall, zeilenmaker in Tollesbury Essex, een telefoontje van John Robinson. "Komend weekend is die fantastische beurs in Nederland en je moet er echt heen!" Robinson vertelde hem enthousiast over zijn eigen ervaringen en ontmoetingen een jaar geleden. "Ja maar", stamelde de 33 jarige Hall, "ik ben nog nooit in m'n eentje naar het buitenland geweest." Hij voelde echter ook wel dat dit zwakke argument niet op kon tegen de overtuigende vrolijkheid van Robinson. "Ja maar", zo probeerde hij nog, "Ik heb nog nooit in m'n eentje gevlogen". Engelse zeilenmakers zijn behoudend en bescheiden. Steven Hall liet zich overtuigen en belde de organisatie van Klassieke Schepen. Hij werd wederom gerust gesteld in zijn angst voor het vreemde buitenland en de tocht er heen. Hij kreeg gedetailleerd alle reisinformatie mee. Vanmiddag kwam hij aan. Toen hij vanuit de trein de vele masten in de haven zag, wist hij meteen dat het goed zat. En na een eerste rondje door de tent en langs de schepen, wist hij dat Robinson geen sprookjes vertelde. Dit is 'the place to be'. Hij zocht en vond de traditionele materialen die hij gebruikt voor zijn zeilenmakerswerk. "In Engeland is het hele bruine boten wereldje veel minder goed georganiseerd en zijn spullen slecht te krijgen." Ook maakt hij veel nieuwe vrienden met wie hij ervaringen en technieken uitwisselt. Hij is verbaasd dat iedereen zo goed zijn taal spreekt en zo vreselijk aardig tegen hem doet. "En dan mag ik ook nog gratis op een honderd jaar oud loodsschip slapen. Nou, volgend jaar kom ik terug en neem mijn eigen handeltje mee, Enkhuizen bedankt!" |
||
Teer; eeuwenoude traditie in de ban De belangstelling voor het forum over teer in de Terra Nova is groot. Het is duidelijk dat veel eigenaren van traditionele schepen zich zorgen maken over het verbod op teer. De Europese Unie en de Nederlandse regering wil dat het milieuonvriendelijke en kankerverwekkende goedje niet meer gebruikt wordt. Koolteer, een restproduct bij de productie van gas uit steenkool, is in Nederland al verboden sinds 2001 en het verbod op bruine- of houtteer is aanstaande. Bij het verbod op teer is niet gedacht aan de varende monumenten die soms al hun hele leven geteerd worden om rot, roest en vervelende beestjes uit de scheepswand te houden. Alternatieve middelen werken alleen als deze teerlaag helemaal verwijderd wordt, wat naar verwachting desastreus is voor menig schip. Bij nieuwe schepen is er geen probleem, die worden afdoende beschermd met nieuwe coatings. Iets anders is dat met het teerverbod een aantal oude ambachten ter ziele gaat. Bijvoorbeeld het teren van touw en breeuwwerk. Er zijn veel plausibele argumenten om varende monumenten en de ambachten die daarbij horen een uitzonderingspositie te geven als het gaat om teergebruik. Niet alleen omdat ze er afhankelijk van zijn, maar ook omdat er betrekkelijk weinig van deze monumenten zijn. De sterkere lobby van monumenten aan de wal heeft in sommige landen al geleid tot uitzonderingen. De behoudsverenigingen in Nederland lijken wat achter de feiten aan te lopen omdat de regering al positie heeft bepaald. Blijkbaar heeft die het niet noodzakelijk gevonden om de ervaringsdeskundigen te consulteren. Desalniettemin is het belangrijk alsnog , in verenigd verband, te proberen om het ministerie te wijzen op het dreigende gevaar van dit teerverbod. Een verbod dat op zich goed is; daar is iedereen het wel over eens. Een echt forum is het in de Terra Nova niet. Het zijn eigenlijk twee lezingen; van de historicus Albert van Brakel en van verf- en conserveringsdeskundige Simon Medema. De eerste verhaalt vooral de geschiedenis van teerproductie en gebruik, de tweede gaat in op de conserverende werking ervan, welke alternatieven er zijn. Medema somt ook een groot aantal argumenten op waarom de redenering van Straatburg, Brussel en Den Haag ten aanzien van het teerverbod discutabel en inconsequent is. Hij toon aan dat er nodig gesproken moet worden met de politiek. Van Brakel benadert het zwarte goedje vanuit een ander perspectief. Hij vertelt dat het gebruik van teer uit hout teruggaat tot de prehistorie. Toen was al bekend hoe de harsen uit het hout gebrand moesten worden en wat de goede conserverende eigenschappen van houtteer zijn. Men haalde de teer toen vooral uit berkenbast en pijnboomhout; dennen, sparren en andere kerstbomen. Het productieproces was vooral goed ontwikkeld in landen waar veel pijnbomen staan. Duitsland, de Baltische staten en Scandinavië. De truc was om die bomen zo te behandelen dat ze veel hars gingan aanmaken. Vervolgens moest de teer er zodanig uitgehaald worden dat het wel vloeibaar werd maar niet verbrandde. Dat gaat met een langzaam proces. Daartoe worden vooral harshoudende stronken van pijnbomen gebruikt. Ze werden in kuilen van 10 meter doorsnee en een meter diep gedaan. Die kuilen worden afgedekt met zoden en het vuurtje aangestoken. Bij het smeulen, wat een paar dagen kan duren wordt een temperatuur bereikt van 400 graden. Onder in de kuil wordt de hete pek opgevangen. Finland produceerde zo in de 16e en 17e eeuw 200.000 vaten per dag en bediende de scheepsbouw in alle grote maritieme landen. Later importeerde de Engelse deze Finse kennis voor hun eigen productie naar pijnboomstreken in Amerika. Het gaat hier nog steeds om houtteer en om houten schepen. Koolteer werd rond 1800 uitgevonden en ook toegepast bij de latere ijzeren schepen. Zoals gezegd: na de lezingen was er nauwelijks tijd voor een gesprek. Bij een wijntje in de Hydrograaf maakten de betrokkenen wel een afspraak om een werkgroepje op te richten die de lobby naar de politiek beter gaat organiseren. Andere belangstellenden kunnen contact opnemen met www.klassieke-schepen.nl. |
||
Oudste schroefstoomboot, 100ste schip op beurs De Rosalie heeft de eer het honderdste schip van de beurs te zijn. Schipper en medeeigenaar Joop Vos wist het nog niet, maar vindt het erg leuk. De Rosalie heeft meer uitzonderlijke kenmerken. Zo is het de oudste schroefstoomboot van Nederland en wellicht zelfs in Europa. In 1873 werd het in opdracht van defensie gemaakt als torpedosleper. Verder is heeft het als enige een werkende diagonale compound machine aan boord en een Schotse ketel die in 1912 gemaakt werd bij D.Goedkoop; de voorloper van de Kromhoutfabriek. Tot 1922 was het schip in rijksdienst; daarna kwam het in particuliere handen. De huidige eigenaren Binkey Kok en Joop Vos kochten het in 1983. Ze proberen de stomer zo origineel mogelijk te houden maar hebben toch wat kleine wijzigingen doorgevoerd, zoals een nieuwe stuurhut en een roefje voor. Beide mannen gebruiken het schip om naar evenementen te gaan, samen met enkele vrijwilligers die hen helpen. Vrouwen zijn niet welkom in de ploeg. "Een stoomboot is jongensland; vuurtje stoken en met water aan de slag. Bovendien word je er vies van. Wij willen geen gezeur aan boord dus hebben we de afspraak gemaakt dat er geen vrouwen meegaan." aldus Joop Vos. De Rosalie meet 19 meter lang en heeft 95 pk aan boord. Op de stoomboot kunt u een boekje over de geschiedenis kopen, geschreven door Binkey Kok. De Rosalie is één van de ongeveer twintig stoomboten van Nederland, die samen de Vereniging Stoomvaart vormen. |
||
De eerste dag van de Beurs Klassieke Schepen is prima verlopen. Meteen na de opening zaten de veerboten vanaf het Krabbersgat gezellig vol en genoten de schepenliefhebbers zichtbaar van het uitzicht op die historische verzameling boten aan de Gependam. Voor de kassa moeten de meesten even wachten bij de kaartverkoop. Maar de doorstroming verloopt verder prima. Binnen in de beurshal blijkt het lekker warm op deze frisse dag. De grote variëteit aan exposanten betekent dat er voor iedereen wel iets te vinden is. Het is droog en dus een prima dag om langs de schepen te slenteren en gesprekken aan te gaan met de bouwers en eigenaren ervan. In restaurant de Hydrograaf is het de hele dag een drukte van belang. Ook bij de haringstand van René is het druk. Beschut tegen de wind kunnen velen de demostraties van het zandschip goed volgen. Met een kraan wordt het hele weekend zand gelost in een prachtige oude vrachtwagen. Wie wat meer kennis op wil doen en daarbij lekker ruim wil zitten, gaat naar de Terra Nova. Het schip ligt bij de Hydrograaf aan de steiger. In totaal bezoeken meer dan 1200 mensen de eerste beursdag. De komende dagen wordt helaas het helaas een stuk winderiger en natter, maar laat u zich daardoor niet afschrikken. Het is lekker warm en droog in de tenthal en de koffie staat warm in menig kombuis. |
||
|
||
home |
||
Ron de Vos schrijft historische maritieme roman met een boodschap Ron de Vos leeft en woont al lange tijd in Bretagne. Dit Franse schiereiland heeft zo'n sterke band met de zee dat het voor De Vos een grote inspiratiebron is. Hij is namelijk maritiem onderzoeksjournalist en schrijver. Zijn boek Nederlandse Clippers is een standaardwerk. Vandaag verschijnt bij uitgeverij De Spiegel der Zeilvaart een roman van zijn hand. "Ik schrijf altijd hele technische verhalen over schepen en had een sterke behoefte om de mens op die schepen eens centraal te zetten", vertelt De Vos achter een tafeltje met een grote stapel van zijn pas verschenen 'De Race'. De Race vertelt het verzonnen verhaal van een race tussen een clipper en een stoomschip. "Eigenlijk staat dit verhaal symbool voor de vooruitgang. Toen ik hoorde dat de Industriële revolutie aan de basis staat van het broeikaseffect, wilde ik daar iets mee doen. Het stoomschip verbeeldt in dit verhaal de vooruitgang." Model voor De Race stond 'Het fregatschip Johanna Maria' dat Arthur van Schendel in 1930 schreef en in de jeugd van De Vos verplichte literatuur was op school. Geheel verzonnen is het boek niet. De clipper in het verhaal is echt gebouwd in opdracht van kapitein Cornelis Abrahamszn. Deze schreef zeer gedetailleerde logboeken waarin hij zowel de schepen beschreef als de mensen erop. Hij stond model voor de strijdende kapitein Van Linden op de clipper Elisabeth. Die overigens een dichter, een verhalenverteller en een filosoof aan zijn zijde vindt. Een gegeven dat het boek volgens De Vos wel bijzonder maakt. Ook het stoomschip in het verhaal is in 1865 echt vertrokken. Tijdens de beurs signeert Rond de Vos zijn boek in de stand van de Spiegel der Zeilvaart. Ook geeft hij twee keer een lezing. Daarin koppelt hij de technische verhalen uit zijn Clipperboek met de personages uit de roman. Zondag om 12.30 kunt u naar De Vos luisteren op de Terra Nova. home |
||
Varend Erfgoed krijgt erkenning met eigen Restauratiefonds De heer J. Jessurun, vice-voorzitter van het Nationaal Restauratiefonds, opent vandaag de tiende Beurs Klassieke Schepen in Enkhuizen met het nieuws dat het Varend Erfgoed voortaan over een eigen restauratiefonds beschikt. Eigenaren van schepen ouder dan vijftig jaar kunnen bij het nieuwe fonds een lening krijgen met extreem lage rente ten behoeve van onderhoud en restauratie. Daarmee haalt Jessurun het behoud van deze mobiele monumenten uit de hobbysfeer. Varend erfgoed staat nu op één lijn met de monumenten op de wal. De tiende internationale Beurs Klassieke Schepen is dit weekend in de haven van Enkhuizen. Jessurun constateert in zijn openingsspeech dat de grote populariteit van maritieme evenementen te danken is aan de aanwezigheid van klassieke sleepboten, tjalken, botters en ander varend erfgoed. Deze oude schepen zijn er nog dankzij het harde werk van enthousiaste vrijwilligers. Jessurun vindt het erg belangrijk dat deze mensen beter in staat gesteld worden om op professionele wijze de restauratie ter hand te nemen. Daarvoor is veel geld nodig. De nieuwe Varend Monument-Lening is een flinke stap in de richting van het duurzame behoud van deze oude schepen. Het Nationaal Restauratiefonds en het VSBfonds hebben een half miljoen Euro als startkapitaal in het project gestoken. Jessurun hoopt dat een staatssecretaris of minister de Beurs Klassieke Schepen komt bezoeken om te “beseffen dat je wel op vrijwilligers mag steunen, maar niet op hen mag leunen.” Hij acht overheidssteun noodzakelijk om de varende monumenten voor de toekomst te behouden. Dat is overigens niet af te lezen aan de Beurs Klassieke schepen. Hier werd het 2500 ste officiële varend erfgoed certificaat uitgereikt aan voormalige veerboot, de vijftigjarige MS. Friesland. Verder is de jarige beurs met 100 schepen en 160 exposanten groter dan ooit. Het publiek kan genieten van demonstraties, cursussen, films, lezingen en discussies. De Beurs Klassieke Schepen is de spil van het nationale varende erfgoed. De professionaliteit waarmee de bedrijven zich hier presenteren, bewijst dat de branche de kinderschoenen allang is ontgroeid. De erkenning in de vorm van het nieuwe restauratiefonds lijkt dan ook volledig terecht. ### De heer J. Jessurun is vice-voorzitter van het Nationaal Restauratiefond en lid van het Comité van Aanbeveling van het Nationaal Register Varende Monumenten. Jessurun was eerder secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en Voorzitter van de Raad voor Cultuur. Hij opent de Beurs Klassieke Schepen op vrijdag 10 november om 11 uur. home |
||
15 uur Uitpakken en manoeuvreren Vanaf de dijk naar Lelystad is het uitzicht op de beurs schitterend. De skyline van de 650 jaar oude stad Enkhuizen met zijn karakteristieke torens ligt onder een lichtblauwe heldere hemel in de volle zon. Prachtige wolkenpartijen in de verte vervolmaken de typische Nederlandse luchten waar de oude schilders zo verrukt van waren. De lange masten van de bruine vloot steken fier vanuit de haven omhoog. Op de voorgrond liggen honderden kuifeenden te slapen achter een laag dijkje. Het ruime water kabbelt er rustig op los want veel wind staat er niet. Een aluminium zeilscheepje met klassieke vormen en twee witte zeilen nadert langzaam de haven terwijl een schuit met een grote kraan erop juist het gat uitvaart. Varend Bedrijfserfgoed, maar dan nog volop aan het werk. De Terra Nova ligt los van de kade om een betere plek te zoeken. De haven leeft. De enige dissonant in het uitzicht is een enorme witte tent. Geen romantisch gevormde circustent, maar een strakke tenthal met louter rechte lijnen. Het woud van masten onttrekt dit gewrocht helaas niet helemaal aan het uitzicht. Jammer voor het uitzicht, maar goed voor die 160 exposanten die er drie dagen in moeten doorbrengen. Het station ligt meteen bij de Gependam. Wie de trein uit stapt hoeft maar een paar honderd meter te lopen. De majestueuze Ms Friesland die morgen het 2500ste Varend Monument bewijs krijgt uitgereikt, bewaakt de ingang. Op de Gependam is het een drukte van belang. Een rode havenkraan rijdt met bootjes en motoren in zijn armen in en uit de tent. Grotere en kleinere bedrijfsauto's pakken hun waren uit. Auto's staan kriskras geparkeerd. Binnen zijn de contouren van de beurs al helemaal uitgezet, maar het is niet voor te stellen dat hier morgenvroeg om tien uur een schitterend opgepoetste botenmarkt begint. Bij de ingang staan al enkele scheepjes van Natuurlijk Varen opgesteld met de zeilen in de aanslag. Slechts een enkele stand is afgedekt en blijkbaar klaar voor de start. Elders zijn mannen en vrouwen druk doende hun waren uit te stallen. Er zijn ook opvallend veel lege plekken waar nog niets gebeurd. Achter in de hal verkoopt de Spiegel der Zeilvaart een eerste boek terwijl een buitenlandse dame hen een auto probeert aan te smeren. Kleumend deelt Marjolein met haar onvervalst Gentse tongval vanuit de stand van de organisatie parkeerkaarten en badges uit. Ze moet duizend vragen beantwoorden. Buiten aan de dam manoeuvreren schepen onder leiding van de havendienst. De puzzel ziet er op papier altijd gemakkelijker uit dan in de praktijk. De stemming zit er goed in ondanks dat de temperatuur snel zakt. Vol goede moed is iedereen in de weer onder het deskundig commentaar van een groepje oudgedienden op de kade. Regelmatig komt er een nieuw schip binnenvaren. Het worden er in totaal precies honderd, van de meest uiteenlopende types. Geen wonden want wees eerlijk, wie zou niet bij dit varend sprookje op de Gependam willen zijn? De tienjarige Beurs Klassieke Schepen viert zijn verjaardag in stijl. Komen dus! |
||
Jarige Beurs is tijdig startklaar De tiende verjaardag van de Beurs Klassieke Schepen heeft alles in zich om een succes te worden. De locatie is prachtig en groots, zo centraal in het historische Enkhuizen met uitzicht over het IJsselmeer. Het aantal aanmeldingen van boten en deelnemers overweldigend. Dinsdag werd het honderdste schip aangemeld en er zijn in totaal 160 stands. Gelukkig zijn de steigers lang genoeg en biedt de enorme tenthal plaats aan alle deelnemers. Alle voorbereidingen liggen op schema en alles ligt er fantastisch bij. De opbouw en inrichting van de stands is in volle gang en zal doorgaan tot de beurs morgen om 10 uur zijn deuren opent. Vanaf dat moment varen veerboten heen en weer tussen de parkeerplaats Krabbersplaat van het Zuiderzeemuseum en de Gependam. De museumboten vertrekken iedere twintig minuten en zijn geheel gratis. Zorg ervoor dat u om 11 uur in de tenthal bent om de opening mee te maken. De officiële opening wordt gedaan door Jan Jessurun, lid van het Comité van Aanbeveling van het Nationaal Register Varende Monumenten en vice-voorzitter van het Nationaal Restauratiefonds. Gezien zijn reputatie en achtergrond komt Jessurun vast niet met lege handen naar de jubilerende beurs. |
||
Smoezen met keurmeesters loont! Zelf zal de gedecoreerde dame op leeftijd ontbreken op de Beurs, maar haar naam zal rondzingen en haar daden geroemd. De Rotterdamse lag al eens voor lijk op de bodem van de rivier en de snijbrander stond al klaar om het ontzielde lichaam aan stukken te branden. Haar gratie en sier werden juist op tijd herkend en een indrukwekkende reanimatie volgde. Sinds drie jaar zeilt de prachtig gerestaureerde stevenaak Helena weer, 131 jaar oud. Ooit ontworpen om als zeilend vrachtschip op de Rijn tussen Rotterdam en Straatsburg te pendelen. Zeilen op de Rijn, met passagiers als vracht. Dat was de droom van de restaurateurs. Een stoute droom, want de regels en richtlijnen voor schepen op de Rijn zijn streng. Veel te streng om de originaliteit van zo'n hoogbejaard schip te behouden. En het lijkt alsof de regels ook ieder jaar strenger worden. De restaurateurs moesten zo telkens opnieuw met veel fantasie, geld en technische kennis aan de slag, want de Helena terug op de Rijn was een heilige missie. De missie leek hopeloos totdat een Europese delegatie van keurmeesters het schip bezocht en gegrepen werd door het indrukwekkende levensverhaal. In overleg met de Rijncommissie in Straatsburg en de Inspectie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn de doelstellingen van de regelgeving naast de praktijk gelegd. Het gevolg van een lijst met aanpassingen die bij uitvoering ervan het Rijncertificaat zouden opleveren. In overleg kreeg het schip vrijstellingen met betrekking tot de gangboordbreedte en een sprinklerinstallatie. Daarvoor moest wel al het houtwerk met brandwerende lakken worden behandeld. Verder ging het om isolatie, waterdichte luiken, aanpassingen aan het elektrisch systeem en de motor. Het koste klauwen met geld en heel veel extra werk. Maar de droom is uitgekomen. Op 19 oktober j.l. kreeg de Helena het felbegeerde Rijncertificaat. De oudste schuit van de Rijn is daarmee het enige zeilschip met een Internationaal Rijnvertificaat. Het is een ongekende prestatie die bewijst dat de Nationale en Europese inspecties begrip kunnen opbrengen voor de belangen van Varend Erfgoed. Door gezamenlijk overleg over de interpretaties van regels blijkt het mogelijk om moderne aanpassingen te doen zonder de authenticiteit van een schip al te veel geweld aan te doen. Dat is een hele belangrijke les voor de hele bruine vloot. Daarom is er op de Beurs Klassieke Schepen een forumdiscussie over de certificering van varend erfgoed. Bart Vermeer (Scheepswerk), Dick Jansen (Helena), Leen Korvink (IVW), Eise Mulder (Ministerie V&W) gaan met elkaar en het publiek in debat onder leiding van Gert Loomeijer. Vrijdag om 14.00 uur op de Terra Nova. |
||
Nog een paar nachtjes slapen, dan is het zover. Bij de verjaardag van de Beurs Klassieke Schepen wordt een extra feestelijke wimpel gehesen. Het is de blauw-witte wimpel met de tekst 'Varend Monument'. Deze vaandel is reeds 2499 keer uitgereikt, dus is de 2500ste een bijzondere mijlpaal. Een mijlpaal die gereserveerd is voor een heel bijzonder schip dat tegenwordig Enkhuizen als thuisbasis heeft: de vijftigjarige MS Friesland. Het Nationaal Register Varende Monumenten oordeelt dat het passagiersschip aan alle criteria voldoet om zich met ingang van 10 november bij de historische familie te mogen voegen. Na de offiële bekendmaking (vergeet even dat u dit verhaaltje heeft gelezen en toon u blij verrast) wordt de wimpel uitgereikt en op het schip gehesen. De MS Friesland verdient deze A-status omdat het schip ouder is dan vijftig jaar, zich nog nagenoeg in de oorspronkelijke staat bevindt en onder Nederlandse vlag vaart. Daarnaast was het lange tijd beeldbepalend op de Wadden toen het, van 1956 tot 1982, van Harlingen naar Terschelling tufte. Tegenwoordig vervoert de veerboot passagiers tussen Medemblik en Enkhuizen als onderdeel van een nostalgische trip voor toeristen. De MS Friesland is 52 meter lang, heeft een 650 pk motor aan boord èn vanaf vrijdag een mooie wimpel. |
||
Lezingen, films en forums in monumentaal scheepsruim De ms. Terra Nova is van 1929. De 'luxe motor' is een zwaar gebouwd schip, gemaakt van eersteklas materialen. Het binnenvaartschip van 50 meter lang is door schipper Lock en vele vrienden geheel teruggebracht in de oude staat. Het grotendeels authentieke houten interieur van het woongedeelte is oogverblindend. De lage luiken verhullen de grote vrachtruimte waar tijdens de Beurs Klassieke Schepen de lezingen, films en forums plaatsvinden. De Terra Nova is het verenigingsschip van de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig en ligt meteen naast de Hydrograaf. De ms.Terra Nova aan de Gependam Op het programma staan dagelijks de films: Punterbouw (1974), Semaine du Golfe, Living on Water, Brest en Fête 2004 en Ljudi si Neretve (Volk van de Neretva). Er zijn lezingen over Europese Richtlijn Binnenvaart, Veiligheid op Zee, het boek De Race, Goedkoper Varen, De Koftjalk Tromp en de Vereniging Oude Glorie. Verder komen er twee forumdiscussies: over de certificering van traditionele schepen; en over het verbod op teer en de gevolgen ervan voor varende monumenten. Het wordt dus een drukte van belang aan boord van de Terra Nova, maar dat is geen punt. Het schip heeft een laadvermogen van bijna 500 ton. |
||
De tent staat; de exposanten kunnen komen. Nee, denk bij dit plaatje nu niet dat u weer en wind moet trotseren. Deze foto is van twee dagen geleden. Toen had het zeil er ook al op moeten zitten, maar zoals u ziet was dat niet het geval. Thedo bekeek de weerradar en zag een storm verschijnen. In tegenstelling tot die paardenboer aan de Friese Waddenkust, trof de beurskapitein zijn voorbereidingen. Hij besloot de zeilen te strijken en het bekleden van het enorme skelet van de beurshal uit te stellen. Om alles toch op tijd klaar te krijgen, moesten de bouwers vervolgens lange dagen maken. En het is gelukt: het dak zit erop. Nu de verlichting en de verwarming nog installeren en dan kunnen de eerste exposanten hun plaatsen innemen.
Langs de Gependam zijn drijvende steigers aangelegd met behulp van pontons. Dat was een zware klus, maar noodzakelijk om alle schepen gemakkelijk en veilig voor het publiek toegankelijk te houden. Alles is nu gereed om de exposanten met hun stands en boten te ontvangen. Het zal de komende dagen dus een drukte van belang zijn op de Gependam want er komen meer dan deelnemers dan verwacht. |
||
Veilig varen voor zeekoters met zeilkotters De gemiddelde Nederlander denkt bij een kotter meteen aan een vissersschip dat met druipende netten en bakken vol verse vangst afmeert in een kleine haven. Ze hebben gelijk. De zware dieselboten die jacht maken op garnaaltjes, of scholletjes en tong met boomkorren van de zeebodem schrapen, luisteren naar de naam 'kotters', viskotters. Ook het loodswezen en de douane vaart vaak met kotters. De naam komt van 'cutter'; snelle houten zeilschepen uit het Engeland van de 18e eeuw. Met hun specifieke rompvorm bleken deze zeilers een groot succes. Afgeleiden van deze 'cutters' bevolken sindsdien de wereldzeeën in talloze variaties en vele maten, al zijn de zeilen allang verdwenen. Vandaar dat de kotters die aangesloten zijn bij behoudsorganisatie Stichting Kotterzeilen meestal ouder zijn dan 50 jaar, of nieuw gebouwd naar oude tekeningen. Deze zeilende zeeschepen komen niet alleen uit Nederland. Ook veel Scandinavische, Franse, Engelse, Ierse of Belgische zeilende zeekotters zijn tegenwoordig in handen van Nederlandse liefhebbers. Liefhebbers die wel eens verder willen kijken dan het IJsselmeer en andere binnenwateren. Maar zeilen op die onmetelijke zoute vlakte met zijn verraderlijke krachten is geen sinecure. Handelen volgens het spreekwoord 'al doende leert men', is alleen maar goed voor de werkgelegenheid van reddingsdiensten. Daarom organiseert de Stichting Kotterzeilen veiligheidscursussen voor startende zeegaande schippers en maten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de persoonlijke veiligheid, de inrichting van de schepen, het gedrag van zeekotters en slechtweertactieken. Naast theoretische lessen aan de wal, gaan de ketelbinkies onder begeleiding vier dagen de zee op, om te oefenen met uitgevallen apparatuur, reddingsmiddelen en de voorbereidingen op stormen en ander onweer. Tijdens de Beurs Klassieke Schepen kunnen aankomende kotterzeilers dagelijks uitgebreid kennismaken met deze training. Een docent geeft een inleiding over een bepaald onderdeel van de cursus en vervolgens is er een veiligheidsinspectie op de kotter 'EOS'.
|
||
Reizen, parkeren, varen, genieten De Beurs Klassieke Schepen nestelt zich in het centrum van de oude haven Enkhuizen. Hoe bereikbaar is de Beurs dan voor bezoekers? Parkeren in die smalle straten valt immers in een normaal weekend al niet mee. Gelukkig valt het allemaal reuze mee. In de eerste plaats is er de trein. Ieder half uur vertrekt vanuit Amsterdam een trein, om zes minuten over heel en half. In iets meer dan een uur sta je dan op de Gependam. Dat is natuurlijk een hele aardige en milieuvriendelijke wijze om de beurs te bezoeken. Wie toch met de auto wil komen, kan terecht op de parkeerplaats van het Zuiderzeemuseum bij de dijk naar Lelystad. De veerboten die vanaf dit terrein normaal museumgangers vervoeren, varen nu naar de Gependam om de bezoekers aan de beurs meteen midden tussen de Klassieke Schepen te droppen: met de boot naar de schepen; mooier en eenvoudiger kan niet. |
||
Maandag 30 oktober is de Beurs Klassieke Schepen begonnen met de opbouw van een enorme tent op de Gependam. Zo kan Enkhuizen langzaam wennen aan het prachtige evenement dat de havenstad over anderhalve week te wachten staat. Het weer begint wat grilliger te worden en is een klein punt van zorg. Dalende temperaturen zullen de verwarmingskosten doen stijgen en de late herfststorm kan vertraging of schade opleveren. De barometers worden goed in de gaten gehouden, maar zoals altijd is de organisatie optimistisch en vol vertrouwen. Wanneer de tenten staan, komen de pontons op 8 november. Daarna meren de meer dan tachtig schepen aan en nemen meer honderdvijftig standhouders hun plaatsen in. Kunt u zolang niet wachten? Dan kan u alvast voorpret hebben met de lijst van schepen op deze site www.klassieke-schepen.nl. Ook kunt u alvast de indeling bekijken van de stands in de tent en de ligplaatsen van de schepen in de haven. Klik |
||
Eeuwenlang stonden vrouwen op de kade met hun kroost aan de ene hand en een zakdoek in de andere om hun zeegaande mannen uit te zwaaien. Een vrouw aan boord was zeldzaam en ongewenst. Varen was een mannenzaak, en eigenlijk is dat nog steeds zo. Hoewel steeds meer vrouwen als schipper of maat werken, is de wereld van de klassieke schepen nog overwegend een mannenwereld. Als het aan ScheepsWijs ligt, komt daar verandering in; te beginnen op de komende beurs. Marianne van der Linden nodigt vrouwen uit aan boord van de Vissermanaak HA 4. Tijdens de beurs krijgen deze toekomstige she-captains gratis een korte cursus in zeilen en manouvreren. De achtergebleven mannen krijgen op de kade begeleiding bij het uitzwaaien en uithuilen. Als therapie leert meteoroloog Mario Bertelink hen om het plaatselijke weer te beoordelen, te voorspellen en om gevaarlijke weerssituaties te herkennen. Hij weet alles van actuele weerkaarten en weersveranderingen. ScheepsWijs speelt zo met de twee grootste onzekerheden in het leven van zeilende mannen: vrouwen en het weer. Opgave voor de korte vaarcursussen: tijdens de beurs op Lemsteraak Ronde Walvis. |
||
Stoomboot van Sinterklaas bij Beurs Klassieke Schepen De Stoomboot van Sinterklaas komt een weekendje uitrusten tussen de tradionele en klassieke schepen in Enkhuizen. Het voormalig stoomschip DE HYDROGRAAF is al jarenlang de officiele pakjesboot van de Sint. Op 18 november is de officiële intocht in Middelburg en zal heel Nederland gekluisterd zitten aan de buis wanneer de Hydrograaf beladen met pieten en cadeaus afmeert. Gelukkig kan de Hydrograaf het tijdens de Beurs Klassieke Schepen 2006 nog een beetje rustig aan doen, want meteen daarna moet ie heen en weer naar Spanje om de goedheiligman en zijn gevolg op te halen. De Hydrograaf is in 1910 als stoomschip gebouwd bij scheepswerf F(e)ijenoord te Rotterdam. In de jaren twintig en dertig heeft het koninklijk huis dit schip regelmatig gebruikt voor officiële bezoeken aan de Hollandse eilanden. Tot 1962 deed het dienst bij de Koninlijke Marine. Nu vaart het hoofdzakelijk in de diepere wateren rond Amsterdam en Rotterdam. Het kan gehuurd worden voor feesten en partijen en heeft een uitstekende keuken. Tijdens de Beurs doet de Hydrograaf dan ook dienst als restaurant. De beurs biedt daarmee de unieke gelegenheid om bij een hapje en een drankje in de buik van de enige echte pakjesboot uw verlanglijstjes te schrijven. Als dat geen geslaagd sinterklaasfeest oplevert.... |
||
Jarige Beurs Klassieke Schepen pakt groots uit op nieuwe locatie De tiende internationale Beurs Klassieke Schepen is op 10, 11 en 12 november 2006 in de haven van Enkhuizen. De beurs is een gezellige marktplaats waar schippers, makelaars, botenbouwers, restaurateurs, werven en organisaties samenkomen met een uitgekiend aanbod van boten, materialen en diensten. Ruim 150 exposanten geven drie dagen lang een compleet overzicht van de branche. Het is een vraagbaak voor starters, een kenniscentrum voor scheepseigenaren en een discussieplatform voor vaklieden. De beurs bevordert het voortbestaan van oude en nieuwgebouwde traditionele schepen en de uiteenlopende ambachten die ermee samenhangen. Kortom: de Beurs Klassieke Schepen is een unieke beurs voor het bouwen, beheren, onderhouden en conserveren van klassieke en traditionele vaartuigen. Dit jaar is het de tiende aflevering. Na Spakenburg, Lelystad, Enkhuizen en Medemblik krijgt de beurs dit jaar een centrale plek in de haven van Enkhuizen, direct naast het station aan de nieuwe Gependam. Deze is speciaal aangelegd voor de chartervloot en groot genoeg voor de beurshallen en schepen. Voor het 10-jarig jubileum hadden zich begin oktober al meer dan 150 deelnemers en minstens 80 schepen ingeschreven. Daarmee wordt de beurs groter dan de afgelopen jaren. Bovendien is er dit keer nóg meer te zien en te doen voor het publiek. Dit lustrumjaar heeft als motto: authenticiteit, comfort en passie. De thema’s authenticiteit, comfort en passie komen terug in demonstraties, lezingen en films. De stichting Kotterzeilen geeft elke dag voorlichting over de veiligheid en gaat samen met bezoekers een schip op veiligheid toetsen. ‘Scheepswijs’ organiseert alle dagen korte vaarinstructies voor het varen met een platbodem. Verder zijn er meerdere keren per dag praktijklessen in het beoordelen van weersgesteldheden en het lezen van weerkaarten. Op de beurs zijn verschillende films te zien, waaronder ‘Living on Water’ een interessante film over een Nederlandse luxe motor van de Londense schipper David Kew. ‘Punterbouwen’ is een instructieve film van de dit jaar overleden cineast, directeur punterwezen en botterfilmer Gait Berk. Traditioneel zijn er de bijeenkomsten van de belangenverenigingen. In de afgelopen tien jaar is veel bereikt. De belangstelling voor ‘klassieke schepen’ is verbreed; en varend erfgoed een begrip. De chartervloot heeft op vele plaatsen eigen ligplaatsen; overal zijn museumhavens in ontwikkeling en voor de restauratie van varend erfgoed is een voordelige lening beschikbaar. Er is verder een groeiend aantal werven en ontwerpers dat reconstructies bouwt of zich laat inspireren door oude modellen bij de bouw van nieuwe houten, ijzeren of polyester schepen. De Beurs Klassieke Schepen neemt een belangrijke plaats in bij al deze ontwikkelingen. Daar komen alle aanbieders, gebruikers, bedrijven en ambachtslieden samen en daar is een unieke hoeveelheid informatie en materialen te vinden. Gezien de groeiende belangstelling voor het klassieke schip kan de beurs met een gerust hart beginnen aan de volgende tien jaar. |
||
Viering tiende verjaardag in Enkhuizen In tegenstelling tot eerdere aankondigingen, vindt de beurs Klassieke Schepen 2006 plaats in Enkhuizen en niet op het Java-eiland in Amsterdam. Dat laatste bleek bij nader inzien niet haalbaar. Toch heeft de tiende editie van de beurs een aantrekkelijke ligplaats gekregen in een van de havens van Enkhuizen. De stad kreeg 650 jaar geleden stadsrechten en vindt dat de jarige beurs prima past binnen hun eigen lustrumprogramma en verleent alle medewerking. De beurs is op en rond de Gependam, midden in de haven. De dam is 300 meter lang en 10 meter breed en voor de chartervaart aangelegd. Zowel de Gependam als de terreinen op kopse kanten ervan, worden door de beurs gebruikt. Langs de dam worden grote en kleine schepen afgemeerd. Aan beide uiteinden van de dam komen twee verwarmde tenthallen en zijn er buitenexposities. Wanneer de bezoeker van hal naar hal gaat, loopt hij tussen de afgemeerde en tentoongestelde schepen door. Enkele schepen fungeren horecagelegenheid of lezingenlocatie. De Gependam is gemakkelijk bereikbaar en ligt vlak achter het trein- en busstation. Komt u met de auto dan kunt u gratis parkeren op het parkeerterrein van het Zuiderzeemuseum langs de N302 aan de overzijde van de beurs. Een veerboot zal u gratis naar het beursterrein overzetten. International Classic Boat Show celebrates 10th anniversary in Enkhuizen In contrast to earlier announcements the Classic Boat Show will take place in Enkhuizen and not in Amsterdam. This year marks the 10th anniversary with a very special edition on a prime nautical location in Enkhuizen that celebrates its 650th year of city rights. This year’s Classic Boat Show will be held from Friday November 10th to Sunday the 12th. Enkhuizen is the capital of traditional ships and is one of the largest marina’s of the Netherlands, with a nautical college, the head quarter of the charter business, the maritime open-air museum Zuiderzeemuseum and many other nautically related institutes. The old town and harbours forms the décor of the show on the pier ‘Gependam’. This dock specially constructed for the charter fleet and is an excellent location for the boat show. The Gependam is situated near the public railway and buss station. A special ferry connects the car park and the show. home |
||
Klik hier voor de Laatste Nieuws berichten van 2005 |