Lees op deze pagina alle Laatste Nieuws berichten van 2005 |
Klik hier voor het Laatste Nieuws van 2006. |
Teksten en foto's: Ga met de muis over de verwijzingen naar de nieuwsitems. Klik erop als deze vet worden om erheen te gaan. |
Nog steeds is het lekker druk bij de ingang tot de beurs. Het weer werkt geweldig mee. En dat zie je aan alles. Het terras zit helemaal vol. Op de drijvende steigers lopen de mensen te genieten van de boten en van de zon. In de hallen lijkt iedereen, bezoeker en deelnemer, tevreden. Om twee uur waren er al 1400 mensen binnen en stond er nog steeds een rij bij de kassa. Daarmee is deze zondag nu al de drukste dag van de beurs. Uiteindelijk komt het totale aantal bezoekers aan de beurs uit op ongeveer 4000. Maar de hoeveelheid bezoekers is voor deze beurs niet het allerbelangrijkste. Doelstelling is toch vooral om mensen bij elkaar te brengen. Mensen die boten willen kopen, boten willen bouwen of boten willen restaureren. Ze ontmoeten hier de aanbieders van al die goederen. Zo wisselen van schepen van eigenaar; krijgen charterschepen nieuwe passagiers; vinden klussers de scheepsonderdelen die ze nodig zijn; en verkopen houtbewerkers hun nautische kunstwerken. Tijdens deze drie dagen aan het IJsselmeer zijn heel wat vragen beatwoord en technische haperingen opgelost. Scheepseigenaren vinden hier voor elk probleem de juiste vraagbaak. Samen met de ongedwongen sfeer en oogstrelende vaartuigen maken al deze zaken de beurs zo de moeite waard. Helaas is het al bijna weer voorbij. Maar niet getreurd; volgend jaar is er zeker weer een Beurs Klassieke Schepen. Op naar het tienjarig jubileum! |
||
In Friesland is de bouw van houten replica's populair. In Moddergat bij het Lauwersmeer, bouwt scheepswerf It Fiskersskip een Wierumer Aek. In 2007 moet deze schokker of visschuit het over de Waddenzee varen. In Earnewoude bouwt Johan Prins op de werf van het Skûtsjemuseum het houten Skûtsje Aebelina. Het project loopt al enige tijd en de romp is zeilklaar. In Heeg wordt op 26 november, na 6 jaar voorbereiding, de kiel gelegd voor een originele Palingaak. De drie projecten zijn gebundeld in De Driewerf. Op de beurs staat De Driewerf mooi centraal in de grote hal. Een prachtig drieluik vormt het decor van hun stand. Er vinden interessante ontmoeting plaats. Zo kwam er iemand die vertelde geboren te zijn op de werf in Heeg. Hij stelde een schilderij dat hij van de werf gemaakt heeft, beschikbaar voor het museum Houtbouw, waar de Palingaak gebouwd gaat worden. Ook kwam er iemand misbaar maken over het feit dat de laatste Palingaak in 1946 gesloopt is. Hij had er nog eentje. In de vensterbank. Palingaken voeren drie eeuwen lang van Heeg naar Londen met 20.000 ton levende paling. De handel was voor Londen zo belangrijk dat de schepen gratis een vaste ligplaats hadden bij het centrum. Een Palingaak is het grootste houten ronde jacht dat er is. De Korneliske Ykes II wordt 18,5 meter. Het is qua vorm het best te vergelijken met een tjalk. Driewerf zal om 2 uur deelnemen aan de discussie over de exploitatie van de houten replica's. Een houten boot maken vergt veel tijd, geld en mankracht, maar een boot onderhouden vergt minstens evenveel. |
||
Gisteren is de regio Pakistan opgeschrikt door een hele zware aardbeving. Volgens de laatste berichten zijn er 20.000 slachtoffers. De BBC maakt melding van 400 kinderen die uit de puinhopen van een ingestorte school gehaald zijn: dood. Wat heeft dit met de beurs te maken? Rob McDonald levert meteen na de beurs zijn vikingschip van ijsstokjes af op het Bataviaterrein en vliegt naar New Orleans. Zijn Sea Heart Stichting heeft geld ingezameld om 3.5 miljoen knuffels te brengen naar de getroffen kinderen in New Orleans, na hurricane Katrina. Aan elke knuffel hangt een boodschap van kinderen uit alle landen van Europa. Vanmorgen kreeg McDonald een telefoontje uit Amerika. Het telefoontje vertelde dat hij meteen door moet vliegen naar Pakistan om daar een troostproject voor kinderen op te zetten. Vandaar dat McDonald vandaag nog een inzameling wil doen op de beurs. Dan kan hij met dat geld in Pakistan meteen aan de slag gaan. Een pot om geld te doneren staat bij zijn vikingschip. Voor vragen is Captain Rob altijd in de buurt. Wie geld wil overmaken naar het project, kan dat doen op giro 4885785 t.n.v. de Sea Heart Stichting o.v.v Pakistan. De Sea Heart Stichting heeft duizenden kinderen uit alle landen van Europa laten meebouwen aan het vikingschip. Doelstelling van het project is om kinderen in ziekenhuizen over de hele wereld iets plezierigs te brengen. Meer info op: http://www.seaheartship.com |
||
Schuitenmaker Piet Kraakman kreeg de oude Giek als een wrak. Het bootje is gemaakt op de Berewerf door Herman Zwart uit Wervershoof. De originele werf is nu in het Zuiderzeemuseum te zien. Kraakman was aanvankelijk niet van plan om de Giek op te knappen. Wel wilde hij het bewaren als model. Op zolder. Helaas viel het metalen schuitje met kano-uiterlijk uit de touwen en brak de punt. Kraakman repareerde de punt, maar een nieuwe punt op een verrot schuitje, leek nergens naar. Zo begon hij aan een totale reparatie. Alleen de spanten en roeidollen zijn hergebruikt.
Kraakman staat met zijn prachtige Giek op het voorterrein van de beurs. Een Giek werd in Westfriesland gebruikt door jagers, vissers en stropers. Ook tuinders gebruikten het naast hun grotere transportvaartuigen. Het bootje is erg snel vanwege het gewicht -nog geen 60 kg- en doordat het een kanomodel is. Een Giek wordt overigens voortgestuwd met riemen, zoals bij een roeiboot. De Giek is gemaakt van 1 mm plaatstaal. Het vervangen was voor Kraakman eenvoudig want hij kon de oude platen zo overtrekken. De platen zijn op ouderwetse manier geklonken. Het probleem was het hout. Hij gebruikte hiervoor Oregon Pine. Maar de hoge kant van de plank moest 12 cm gebogen. Dat deed Kraakman met stoom. Het kostte drie planken om juiste tordering te krijgen. De Giek op de beurs wordt waarschijnlijk wel verkocht. Kraakman wil echter voor zichzelf nog een andere bouwen. Om te bewaren als model. Of hij het ooit in productie neemt hangt van de vraag af. Waarschijnlijk acht Kraakman het niet.
|
||
De Engelsman John Robinson van EMH maakt zijn eerste rondje over de drijvende steigers in de haven. In tegenstelling tot de afgelopen dagen is het kraakhelder. De zwaardere wolken die vannacht de regen brachten, trekken over het IJsselmeer weg. De lage ochtendzon op de schepen geeft een atmosfeer zoals je die elke zondagmorgen wenst te hebben. John Robinson beklimt een nieuwe schouw om een foto te maken van de serene sfeer die de boten in de haven geven. Het schouwtje waar hij op staat is van een firma uit Heerenveen. Deze is nog maar een paar jaar geleden begonnen met de productie van nieuwe zeilschepen met een gedegen retro-look. De Deining is van alle gemakken voorzien en zeilt als de beste. Dan wordt de zondagsrust verstoord door een doordringend gestamp. Dit is onmiskenbaar de Kromhout van Cees Dekker. John Robinson gaat er meteen op af.
Hij stapt aan boord van de Bruinvisch. Het oude monster braakt zijn zwarte rook uit. Het zware dreunen van de motor creëert ritmisch kringen in het water. In Kromhout-Engels probeert Cees aan de Engelsman uit te leggen hoe het apparaat werkt. Hij moet hard schreeuwen om boven de herrie uit te komen. Na een bezoek aan het originele roefje, praat het iets rustiger in het ruim ondanks de andere bezoekers. Cees heeft niet te klagen over belangstelling en blijft -zoals altijd- erg enthousiast. Zijn schaterlach overstemt de monumentale motor. Als zijn Engels het af laat weten, pakt Cees het boekje over zijn schip erbij en laat oude foto's zien. Robinson lijkt het Nederlands beter te verstaan dan Cees het Engels. Gelukkig is het geluid van de Kromhout een universele taal.
|
||
Nederland heeft gewonnen van Tsjechië en gaat naar het WK. Slechts weinig mensen die hier op de beurs hun stand of bootje hebben, weten dat. Voetbal komt niet ter sprake. Ook de 18.000 doden bij de aardbeving van Pakistan komen niet ter sprake. Het wereldnieuws gaat even aan dit deel van Medemblik voorbij. Vanaf 8 uur gaat het al over mooie bootjes, gekke bootjes, vrolijke bootjes en lekke bootjes; in kleine groepjes op de kade of in het ruim van een van de boten. In het kantoor verdelen de vrijwilligers de dagtaken. Al langzaam kijkt de organisatie naar de jubileumbeurs van volgend jaar; 10 jaar Beurs Klassieke Schepen. Zover is het echter nog niet. Op deze laatste dag moet nog veel werk verzet worden om alle bezoekers goed te kunnen ontvangen. En bezoekers komen er, soms van heel ver weg. Zo kwam gisteren een groepje Fransen uit het Bretonse St.Malo. Ze varen daar op de binnenwateren met een Tjalk. Daar zijn natuurlijk geen authentieke onderdelen te krijgen. Zo kwam één van hen vorig jaar op de beurs terecht via een bericht in een Frans krantje. Nu zijn ze met een hele groep. Ook enkelingen vinden hun weg. De verkeersbegeleiders meldden dat een Engelsman op een scooter twee dagen onderweg is geweest om hier te komen. Wie het is, weet niemand, want hij ging anoniem op in de stroom bezoekers. Wel bekend is John Robinson van de European Maritime Heritage. Hij is een gepensioneerde curator van verschillende museums in Londen en Liverpool. Daar had hij met de geschiedenis van de scheepvaart te maken en bovendien was hij eigenaar van een Deben Ranzo, een traditionele zeilboot. Nu adviseert hij over alles met betrekking tot maritieme geschiedenis en restauratie. Hij maakt deel uit van het netwerk van Engelse vakmensen op het gebied van klassieke boten. Robinson is hier om te kijken waar Nederlandse vakmensen kunnen bijdagen aan de Engelse markt. Ook wil hij Engelsen stimuleren om naar de beurs te komen. Helaas is dat een moeilijke missie omdat de Engelse markt nogal gesloten is. De Beurs Klassieke Schepen is er niet alleen voor vakmensen en freaks. Als u dit leest en zin heeft om rond te lopen in een heerlijke traditionele ambiance: doe het! De regen van vannacht heeft de mist verdrongen en is weggetrokken. Het is heerlijk op de haven en er hangen honderden verhalen in de lucht. Het is tien uur. Thedo heeft op zijn schelp geblazen: de Beurs is weer open. Twijfel niet; kom! |
||
Op de beurs vind je grote bedrijven en kleine bedrijven; grote stands en kleine stands; grote boten en kleine boten. Er is ook een klein bedrijf met een kleine stand voor kleine boten. Heel onopvallend zit meteen naast de ingang, Yolan. Het vitrinetafeltje met de twee verweerde scheepsmodellen valt nauwelijks op. Onder het glas liggen kleine katrolletjes, touwtjes, tangetjes, en ander minigereedschap. Yolan is hellingbaas van de kleinste scheepswerf van Nederland. Nou ja, een echte helling is het niet en er is iets grondig mis wanneer de schuiten te water gaan. Yolan restaureert oude scheepsmodellen. Modellen die bijvoorbeeld in elkaar geknutseld werden in de tijd dat er nog geen tv was. Of aan boord van schepen om de lange avonden te verdrijven. Ook werden modellen gebouwd als schaalmodel voor een werf. Heel veel beursbezoekers zullen die oude stoffige en halfvergane modellen nog wel ergens hebben staan. Weggedrukt in een kast of op zolder. Yolan is een van de weinigen die met plezier en interesse de tandarts bezoekt. Niet vanwege het gepruts aan haar gebit, maar vanwege het gereedschap dat hij gebruikt. De fijne haakjes om gaatjes mee op te sporen, de kleine boortjes en freesjes. Yolan kan ze wel gebruiken. Stiekem kijkt ze het handwerk af als de vaardige hand van de tandarts in haar mond verdwijnt. Thuis brengt ze de nieuwe technieken meteen in praktijk op een miniwrak. Het moeilijkste onderdeel bij de restauratie is een vlag. Die moet er oud en authentiek uitzien. Daarom werkt ze met vieze handen. Eerst een modderbad en dan aan het werk. Haar topstuk is het tuigmodel van de Harlinger Scheepvaartschool. Dat staat nu helemaal gaaf te pronken in het stadhuis. Rond 1850 leerden aspirant matrozen hierop hoe het tuig op een schip werkte en waar welke knopen moesten komen. Wim de Bruin is erg enthousiast over het vakmanschap van Yolan. Hij heeft haar al verschillende opdrachten gegeven. De meest ingewikkelde opdracht was het restaureren van een erfstuk van 125 jaar oud. "Dat was een portschip gemaakt door matrozen die er zelf op voeren. Het schip vervoerde port van Porto naar een wijnhandel in Vlaardingen. Het model stond al jaren op zolder. Alles eraan was van hout. Dat was immers het enige materiaal wat ze aan boord hadden. De zeilen waren van aan elkaar gelijmd schaafsel en de touwen van dunne strookjes hout. Alles was heel erg teer en breekbaar. Yolan verwijderde de stoflagen, en restaureerde het model. Ze werd steeds enthousiaster over de details die tevoorschijn kwamen. Nu staat het portschip thuis te pronken in de vensterbank." |
||
De beurs kent elk jaar zijn discussies. Deze zaterdagmiddag kwamen organisatoren van verschillende festivals bij elkaar. Voor het publiek bleek een forum over het spanningsveld tussen commercie en traditie niet interessant. Er kwam niemand op de publieke discussie af. Daarop nam Hubert Rubens van 'Oostende voor Anker', de anderen mee naar het ruim van de Nele; de Belgische tweemastsloep die zo prominent en centraal in de haven ligt. Aan tafel zaten verder Martine van Lier van de Groninger Welvaart, Jan van de Bent van de Vereniging De Motorsleepboot, F. de Vries van Schuttevaer en Thedo Fruithof van de Beurs Klassieke Schepen. Al in het voorstadium was geconstateerd dat de verschillende maritieme evenementen nauwelijks met elkaar te vergelijken zijn. Al helemaal niet als bijvoorbeeld ook het enorme Sail 2005 meegenomen wordt. Het ging aan tafel ook niet over commercie en traditie. Waar het wel over ging? Voor elk evenement geldt dat er verschillende partijen zijn die allemaal hun wensen, inbreng en belangen hebben, en die ook allemaal iets terug willen zien voor hun inspanning. Geen maritiem evenement zonder schepen. Geef de schippers een plekje vrij van havengelden, zorg voor toiletten, gratis water en elektriciteit, een tasje met spulletjes, een feestvond en een bronzen plaquette, desnoods hun diesel, en de meeste schepen komen wel. De gezelligheid van het weerzien speelt daarbij ook een belangrijke rol. Niet zelden zijn evenementen immers ook reünies van de verschillende belangenverenigingen. Nog belangrijker is het zien en gezien worden. Het is toch wel kicken als je tussen dikke hagen van publiek kunt doorvaren. Voordat het zover is, moet er echter een hoop gebeuren. De organisator moet zorgen dat hij een hoop geld binnenkrijgt, dat het evenement aan alle veiligheids- en andere eisen voldoet. Er moeten vergunningen aangevraagd worden. Bij een groot evenement praat je dan over een voorbereiding van drie jaren. Zo heeft 'Oostende voor Anker' nu al het thema voor 2008 bepaald. Subsidie van overheden en bedrijven wordt nooit zomaar gegeven. Deze partijen hebben er belang bij dat de spin off van een evenement hen ten goede komt. Soms is dat naamsbekendheid, soms is dat toegang tot een netwerk. De toenemende populariteit van maritieme evenementen betekent dat deze voor een gemeente of een provincie interessant worden als promotiemiddel. Nooit zullen hun organisatieburo's de schippers kunnen bereiken zonder de belangenorganisaties. Iedereen heeft elkaar nodig. De vraag daarbij is wel wat het oplevert voor de schippers en hun schuiten, behalve de eerder genoemde materiële voordelen. Het antwoord is lastig. Het zou misschien wel zo moeten zijn dat de schippers van traditionele boten financieel bijgestaan worden bij het behoud van hun oogappel. Om te kunnen varen heb je goede vaarwegen nodig die bijvoorbeeld ook op zondag open zijn. Ook moeten er meer voorzieningen in kleinere havens komen. De overheid kan dus veel terugdoen voor de aanwezigheid van traditionele schepen in hun wateren. Het zijn de festivalorganisatoren en belangenorganisaties die zich daar harder voor kunnen maken, naarmate de evenementen meer publiek trekken. Dus eigenlijk draait het aan het eind allemaal om het publiek. En dan zijn de gasten aan tafel terug bij het begin. Ieder evenement is anders, ieder evenement heeft een andere aanpak om publiek te trekken. Het publiek komt niet voor een discussie als deze. Achteraf hadden ze gelijk om naar de bootjes te kijken en langs de stands in de hal te lopen. Dit forum was leuk en nuttig voor de organistoren zelf, niet voor de bezoekers. |
||
De vrijwilligers van de Sail Training Association Netherlands bemannen samen met Monique Touw van At Sea Sailtraining een bescheiden stand. Vlak voordat je de grote hal binnentreedt, staan ze links. Op het scherm achter de kleine balie speelt een film over de Tallshipsrace. "We willen de jeugd de zee op hebben." legt Diederik Ramswinckel van STAN uit. Het gaat dan om jongeren van allerlei pluimage in de leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar. Het idee is afkomstig uit Engeland. "Varen op zee is voor de jeugd van de patatgeneratie een enorme uitdaging. Onze ervaring is dat jongeren helemaal niet zo inactief en lui zijn, als vaak verondersteld wordt." De STAN bemiddelt tussen Nederlandse jongeren en Nederlandse schepen als de Eendracht, de Europa of de Swan fan Makkum. De STAN probeert overal fondsen te werven voor bijvoorbeeld stichtingen en scholen. Is het geld gevonden dan komt Monique om de hoek kijken. Zij zorgt voor alle praktische zaken die erbij komen kijken om een groep jongeren op een specifiek schip te krijgen. Als de schepen ver weg in een haven liggen, gaat het ook om vliegtickets, hotels, etc. Dit jaar heeft de STAN veel samengewerkt met de provincie Noord-Holland. Ter gelegenheid van Sail was er de Race2Sail van Den Helder tot IJmuiden. De schepen moesten voor minstens de helft aan jongeren aan boord hebben. Het projekt was een succes, ondanks het slechte weer. De patatgeneratie was wel vreselijk zeeziek, maar dat waren veel ervaren matrozen ook. Ramswinckel: "De enthousiaste jeugd ging er vreselijk hard tegenaan, hoe ziek ze ook waren. De meesten bezworen dat ze zeker nog eens het ruime sop gaan kiezen. Als avontuur dan, want om je beroep ervan te maken is toch een ander verhaal." |
||
Het is opvallend hoeveel deelnemers aan de beurs dit jaar een jubileum vieren. Koploper is scheepswerf Van der Meulen uit Sneek met 125 jaar. Zij vierden dit met een grote reünie en een tentoonstelling in het Fries Scheepvaartmuseum. De Vereniging Oranje is een onderlinge verzekeringsmaatschappij, van oorspong opgezet door schippers. Zij bestaan 100 jaar. Beide bejaarden hebben als cadeautje een mooie centrale plek op de beurs gekregen. De Stichting Stamboek Ronde & Platbodemjachten is met haar 50 jaar de oudste behoudsvereniging voor traditionele bootjes ter wereld. Zij vierden hun jubileum deze zomer met een grote reünie en vlootschouw in Grouw. Op de beurs hangt een tentoonstelling van tientallen foto's met details van ronde jachten. De Stichting tot behoud van Authentieke Stoomvaartuigen en Motorsleepboten bestaat 25 jaar. De Stichting Behoud Hoogaars bestaat 15 jaar en de Nederlandse Catbootclub ook. Scheepswerf Van der Meulen is opgericht in 1880. Het 125 jarig jubileum werd eind september gevierd op de jaarlijkse reünie van de vrienden van de werf, genaamd 't Skouspul. Een heel weekend lagen 70 botters, boeiers, schouwen, Friese jachten en Hoogaars bij de werf; 97% hout. De schepen zijn er gebouwd, gerestaureerd, in onderhoud of hebben er een ligplaats. Tijdens het weekend waren er vaartochten, een fakkeloptocht door de grachten van Sneek en races. De reünie zelf was ook al een jubileum: het was voor het 25ste jaar. Tijdens dit weekend was de opening van de tentoonstelling over de oude werf in het Fries Scheepvaartmuseum. Deze loopt tot 23 oktober. Er zijn scheepsmodellen, oude gereedschappen en foto's te zien. En uiteraard wordt de hele geschiedenis van de werf verteld. Alsof dit niet genoeg is, bracht Van der Meulen ook nog het boekje De Houttovenaars uit. Dit gaat helemaal over 125 jaar Van der Meulen. Het is verkrijgbaar in de stand op de beurs. |
||
De oom van Erik Römelingh heeft een kleine Staverse Jol. "Dat wil ik ook!", droomt Erik. Zijn vriend, scheepsbouwer Lars Kosse, begint net voor zichzelf. "Ik word jouw eerste klant", spreekt Erik. En zo begint een bijzonder Zeeuws avontuur. Erik en Lars maken de eerste schetsen. Lars vindt op een tegeltje de afbeelding van een Zeeuws Waterschip. Later ziet hij in een museum in Antwerpen nog enige schilderijtjes met deze scheepjes. Waterschepen werden gebruikt om drinkwater en voedsel te brengen naar de vissersschepen op zee. Ze brachten de vangst mee terug naar de Zeeuwse stranden. De vloed bracht de bootjes zo dicht mogelijk onder de duinen, en bij eb konden karren de vracht ophalen. Scheepsbouwer Lars ging aan de slag. De eikenhouten romp is 40 cm dik en de gangen zitten met 14.000 houten pennen aan de spanten. Niet dat het helemaal een replica is. De Lis wordt een modern schip in vissermanuitvoering maar wel met stahoogte, een toilet en keukentje. Een 21 pk 3 cilinder Yamaha is ook aan boord. De Lis ligt aan de steiger midden in de haven. Het schip valt op omdat de steven hoog uit het water komt. Ook lijkt de mast wat laag voor de grootte van het schip. Erik vertelt dat het schip nog niet ingetimmerd is. Er moeten nog vloeren in en ook de ankerketting moet nog voor op. "Als je vier mensen voor op de boeg zet, zie je hoe het schip straks in het water ligt.", vertelt Lars. En wat betreft de mast: "De meeste schepen van tegenwoordig zijn zwaar overtuigd. Dat wil ik niet. Bovendien hadden deze waterschepen van oorsprong een lang sprietzeil." Op het prachtige Zeeuws waterschip hangen twee felgroene plastic borden: "Te Koop". Maar niet echt. Dit schip is voor Erik en zijn familie. Maar Lars wil er nog wel eentje bouwen: een Zeeuws zusterwaterschip. |
||
Ook deze ochtend hangt de mist rond de schepen in de haven. Het belooft echter een mooie dag te worden. Prima beursweer. Terwijl de bemanningen langzaam uit hun hutten opstaan en zich aan de koffie wagen, ligt het beursterrein er nog uitgestorven bij. Natuurlijk er wordt al hard gewerkt in het zenuwcentrum, maar op de steigers heerst rust. Het is heerlijk om even rond te kuieren met aan de ene kant de prachtige houten boeiers en aan de andere kant een nieuwgebouwde sleepboot. Tenminste. De Brutus heeft het uiterlijk van een oude sleepboot maar is eigenlijk een modern motorjacht. Maar deze beurs is ook voor nieuwe schepen met een klassiek uiterlijk. Even verderop ligt argeloos een fietsje op de steiger bij de Oostendse Sloep Nele. Het heeft geen idee van de honderden bezoekers die vandaag over de steiger zullen lopen. Aan de overkant hangen de stevens van lemsteraken in de koude ochtenddamp. Een vroeg bemanningslid laat zijn hondjes uit. Ze snuffelen nieuwsgierig rond de lege haringtent van Renee. Geuren van gisteren. Het is stil op het voorterrein van de beurs. De bootjes staan er op hun schragen wat verlaten bij. Alleen rond het havengebouw is het wat drukker. De leden van de Franse houtwerkers hangen wat rond nadat ze er gedoucht hebben. De jeugdzeiltop van Nederland houdt dit weekend trainingen. Ze verzamelen zich in de hal. De instructies aan de elite van de vaderlandse jeugdzeilers klinken hard. Binnen in het kantoor gaat de telefoon. Vrijwilligers van de organisatie zijn in de weer met borden, kassabonnen, portofoons en koffie. Natuurlijk koffie, want het was laat gisteravond en de avond daarvoor. Nog even en het gaat beginnen. De drukste dag van de Beurs Klassieke Schepen. |
||
De eerste dag van de beurs zit er bijna op. De lage zon geeft een warme gloed over de haven. Het aantal mensen dat langs de schepen loopt, is duidelijk minder. Scheepseigenaren zitten met een neutje te genieten op het voordek. De mist die de hele dag over het IJsselmeer hangt, kruipt langzaam om de schepen heen. Ook in de tent wordt de spoeling dunner. De handwerkers maken hun klusjes af. Er wordt nog een laatste houtje gedraaid bij de Fransen; de beeldhouwer schuurt de rug van een aapje nog even glad. Het vuur in de tonnen van de haringroker dooft langzaam. Problemen heeft deze dag nauwelijks gekend. Of het moet al zijn dat de stroomverzorging enige tijd gestoord was. Verder is het genieten. Negenhonderdeneenendertig bezoekers zijn er geweest op deze eerste dag. Iets minder dan vorig jaar, maar dat komt waarschijnlijk door de eerder genoemde mist. Er heerst bij de organisatoren optimisme over de dag van morgen. Zaterdag is altijd de drukste dag. Het record staat op 1500. Maar dat is morgen. Eerst is er een borrel in het restaurant, aangeboden door de Spiegel der Zeilvaart. |
||
Nederlandse houten botenbouwers zijn altijd op zoek naar dikke stukken eiken. Het liefst mooie krommers voor de wrangen en oplangers: het skelet waar de gangen van de romp op vastzitten. Kromme stukken zitten veel in de boomkruinen. Het zijn grote zijtakken die van nature een mooie hoek hebben. Bosbouwers zagen de takken meestal bij de stam af. Mooi voor in de open haard, maar mogelijke krommers worden zo vernietigd. 'Fout', zegt Hans Gierveld, adjunct rentmeester van landgoed Twickel. 'Bosbouwers moeten die zijtakken pas op een meter of meer van de stam zagen. Daarmee verhoog je het rendement uit bosbeheer enorm.' Hans Gierveld is zelf ook bosbouwer en heeft een passie voor hout. Hij timmert er vrolijk op los en maakt zelf zijn meubels. Als liefhebber van de watersport, verkneuterde hij zich aan die mooie houten boten die hij overal zag liggen. Als een bosbouwer kijkt naar een houten boot, ziet hij overal stammen en zijtakken. Maar de meeste bosbouwers zien geen houten boten. Daarom verzamelde Gierveld zijn bosploeg voor een dagje uit. Op werkbezoek naar een scheepswerf voor houten boten. Allemaal moesten ze op de knieën door een botter. Nu pas ontdekten ze wat je daadwerkelijk kunt met al het ruige houtwerk, wat dagelijks door hun motorzagen kapot werd gezaagd. De praktijk is echter weerbarstig. De mannen vinden die wetenschap wel leuk, maar moeilijk toepasbaar. Zelf leert Gierveld ook nog steeds bij. Vorig jaar was hij op de Beurs Klassieke Schepen. Hier ontmoette hij Reid en botenbouwer Johan Prins van het skûtsjemuseum in Earnewoude. Daar bouwen ze aan de Aebelina, een houten skûtsje. Ze hadden nog hout nodig en maakten een afspraak om op het landgoed te komen. Reid en Prins keken met hele andere ogen naar de gekapte bomen dan de bosbouwer. Gierveld kreeg te horen dat ook de kleinere kromme stukken prima te gebruiken waren. Niet voor het Skûtsje, maar wel voor Tjotters. En zo zaagt de bosploeg van de rentmeester nóg efficiënter dan ze al deden. |
||
Regelmatig klinken er oproepen en mededelingen via de installatie: een aankondiging voor een nieuwe lezing, een brillenglas dat gevonden is. Normaal hoor je in supermarkten, op vliegvelden of het station een harde, onpersoonlijke en zakelijke stem. Hier op de beurs klinkt het zachte en zangerige, maar uiterst verstaanbare, stemgeluid van Vlaamse Marjolein. Marjolein is te vinden bij de infostand, centraal tussen beide hallen in. Altijd vriendelijk en vrolijk staat ze sinds vorig jaar het publiek te woord. Marjolein heeft een antwoord op alle vragen. 'Waar zijn de toiletten?'; 'Ik kan die stand niet vinden, ze zeiden toch echt dat ie er moest zijn.'; 'Waar zijn de lezingen?'; Mag ik vanavond met je eten?'. En als ze het even niet weet, pakt ze de portofoon: 'Even mijn vader vragen.' Vaste standhouders en bezoekers van de beurs verbazen zich niet meer over het heerlijke accent van Marjolein. Ze kennen haar nog als puber. Marjolein komt namelijk van de Noord-Hollandse klei. Al jaren woont ze in België en gaandeweg heeft het Westfries plaatsgemaakt voor onvervalst Antwerps. Ze is kind aan huis op de beurs omdat ze de dochter is van de organisator. Dat heeft nog niet iedereen door. Vanmorgen keek iemand naar de naam op haar badge en vroeg: 'Dus u bent de vrouw van Thedo?' |
||
Wie goed kijkt naar de steven op de foto hiernaast ziet gelijmde stokjes. De in Nederland wonende Amerikaan Rob McDonald heeft er minstens 16 miljoen aan elkaar zitten kitten met 1 ton aan zeewaterbestendige lijm. Hij maakte ermee het 15 meter lange vikingschip dat meteen bij de ingang tot het beursterrein staat. Het schip is het grootste sculptuur ter wereld dat gemaakt is van ijsstokjes. Twee jaar duurde de bouw. De tengere McDonald heeft tijdens de bouw niet één ijsje gegeten: een ijsfabrikant leverde de stokjes. Er moest een speciale machine gemaakt worden om de stokjes te verlijmen in vier lagen. McDonald wil meer dan poseren op beursen. Op 15 april 2006 steekt hij in Wieringen van wal om de oude route van de Vikingers te volgen. Hij vaart via IJsland, Groenland en New Foundland naar Canada, om vervolgens af te zakken naar het Caribisch gebied. En als de missie slaagt, wil hij voor de terugreis de oceaan oversteken. De naam Rob McDonald zal tegen die tijd verschillende malen in het beroemde Book of Records te vinden zijn. Volgens zijn eigen berekeningen breekt hij negen records. Wie Rob wil ontmoeten, kan hem vinden bij zijn boot. Hij is herkenbaar aan de donkerblauwe baseball pet. Op zijn jas staat met grote letters Captain Rob. |
||
Wie op de kade staat, ziet een prachtige hoeveelheid oude vaartuigen en de talloze nieuwe retro-schepen. Mooie houten boeiers, een paar lemsteraken, tjalken, sleepboten en salonscheepjes. Het oog wordt echter al gauw getrokken naar een vreemd bouwsel, dat doet vermoeden dat de beurs hoog bezoek heeft. Is Thedo verleid door een aantrekkelijke Cleopatra? Nee, het is een faraobootje gebouwd door scheepstimmerman en meubelmaker Floris Barends. Barends is besmet met een levenslange passie voor Egypte en voert als logo voor zijn bedrijfje een afbeelding van zo'n scheepje als hiëroglief. Als houtwerker besloot hij op een gegeven moment om dit scheepje te gaan bouwen. Het project is meer dan geslaagd. Het bootje valt op door de voor- en achtersteven. Die lopen uit in een punt met aan het eind een soort trompetvormige tip. Beide toeters wijzen naar elkaar toe en lijken klaar voor een concert. Het huisje is belegd met kleurige vierkantjes. Wat nu de verblijfsruimte van de enige levende ziel aan boord is, was vroeger de bergplaats voor een lijkkist. Het bootje is namelijk een grafscheepje. |
||
Om kwart over elf is het zover: organisator Thedo Fruithof blaast op een grote schelp om attentie te vragen voor de iets verlate officiële opening van de beurs. Enkele tientallen mensen verzamelen zich met koffie en cake bij de infostand. Thedo staat er kleurig op met zijn lichtgroene kiel en traditionele mutsje op. Na een paar woorden over de historie van de beurs en een opsomming van de meest in het oog springende bijzonderheden, geeft hij het woord aan gedeputeerde voor water, Patrick Poelmann, van de provincie Noord-Holland. Poelmann vertelt dat hij al lange tijd een passie bezit voor het varend erfgoed. Zo was hij betrokken als organisator bij de bouw en exploitatie van de klipper Stad Amsterdam. Poelmann somt een serie indrukwekkende getallen op, die aantonen hoe groot de rol van de provincie is voor de chartervloot. De provincie onderkent dit door tal van nieuwe voorzieningen te maken en ervoor te zorgen dat de vaarwegen goed onderhouden worden. Al gauw komt hij op Sail 2005. Uit de grote inbreng van de provincie Noord-Holland blijkt het belang dat de provincie stelt in scheepvaartevenementen. Als sponsor van Sail besteedde de provincie vooral aandacht aan de positie van jongeren. "Jongeren zijn de toekomst en moeten we proberen te interesseren voor het Varend Erfgoed en alles wat daarbij te pas komt." aldus Poelmann. Poelmann spreekt tot slot de wens uit tot samenwerking met de verenigingen en stichtingen van de FNOV (Varend Erfgoed) en belooft dat de provincie zich blijft inzetten voor de 'klassieke maritieme cultuur'. |
||
Thedo Fruithof schalt over het terrein: "De beurs is geopend". De booteigenaren en standhouders zijn echter nog als razenden bezig om alles klaar te maken. In de haven gaan de vlaggen in top en worden promotiezeilen gehesen. In de beide beurshallen is iedereen druk bezig in zijn eigen toko. Op het voorterrein staan nog niet alle boten en moet het vuur onder de haringen nog opgestookt. In de eerste hal die men binnengaat, staan achterin een aantal werkbanken. Een tiental mensen is er druk bezig alles in gereedheid te brengen om aan den arbeid te gaan. De voertaal is Frans maar er wordt ook Duits gesproken. Het zijn de mensen van Les Voiles de 'l Espoir. Dat is een sociaal project op een werf in het Normandische Fecamp. Daar restaureren ze de Bretonse houten vissersboot Michèle et Patrick uit 1973. Vier jaar geleden is het project gestart en er werken ongeveer 20 mensen. Hier in Medemblik zijn tien van hen om te laten zien hoe ze helmstokken maken en de spaken van stuurwielen draaien. Ze worden begeleid door twee botenbouwers en een meubelmaker. Twee ervan zijn Duitsers die via een Europees uitwisselingsproject meewerken. |
||
De wekelijkse vakkrant voor boten Schuttevaer pakt dit weekend enorm uit met de Beurs Klassieke Schepen. Ze maakten een heus katern van vijf pagina's. De krant heeft in het midden twee pagina's met de namen van alle participanten. Verder staan er drie paginagrote artikelen in die een link hebben met de beurs dan wel met het onderwerp van de beurs "Klassieke Schepen". Schuttevaer is uiteraard aanwezig op de beurs.
|
||
Programma in lezingenzaal Zaterdag 8 oktober 10 uur Bijeenkomst BBZ, de vereniging van de beroepschartervaart voor starters. 13 uur Bijeenkomst VSRP, Vrienden Stichting Ronde- en Platbodemjachten 14 uur Forum met o.a. organisatoren van Groninger Welvaart en Oostende voor Anker over het spanningsveld tussen commercie en traditie. 16 uur Lezing van Bert van Baar. Hij wil met een Nederlands schip meedoen aan de Atlantic Challange race, een internationale competitie voor roei en zeil sloepen. Zondag 8 oktober 12 uur Lezing van Bert van Baar. Hij wil met een Nederlands schip meedoen aan de Atlantic Challange race, een internationale competitie voor roei en zeil sloepen. 13 uur Lezing Rob van Os over de bouw van een Nederlandse Sloep in Seatle, USA 14 uur Forum over het probleem van de exploitatie van een schip nadat een replica is gemaakt. 16 uur Lezing Wiel Toussaint over de eerste Raid in Nederland; een vaartocht voor roei- en zeilschepen. |
||
Om zeven uur kwam de tjalk De Bruinvisch binnen. Cees Dekker was vanmorgen om 11 uur uit Harlingen vertrokken bij minder dan 50 meter zicht. De hele dag bleef de mist hangen. Zeilen wilde ook al niet door gebrek aan wind, dus joeg de oude Kromhout er heel wat dure diesel doorheen. "Eigenlijk had ik gisteren moeten vertrekken", verzuchtte Dekker. De Bruinvisch kreeg een plek aan de extra steigers vlak voor de Idefix. Een splinternieuwe Tjalk. En wie niets vermoedend op een afstandje zat te kijken, ontdekte hier een familieband. En dat klopt. De meer dan honderd jarige Bruinvisch was echter onwetend over dit achter- achterkleinkind. Tot de eigenaar van de Idefix vertelde dat het schip gebaseerd was op het lijnenplan van De Bruinvisch. Dat lijnenplan stond namelijk in het boekje "Zand in het zog. Over de Friese dektjalk Bruinvisch, 1902-2002". Wie de Bruinvisch aan nog meer nageslacht wil helpen: het boekje is te verkrijgen bij de stand van de Spiegel der Zeilvaart, of bij het schip zelf. Voor minder dan 15 Euro kunt u zo de basis leggen voor een nieuwe droom. | ||
Vanaf maandag is het Regatta Center in Medemblik ingenomen door de bouwers aan de Beurs. De tenten moesten opgebouwd en het terrein klaargemaakt. Gisteren was alles zover klaar dat de stands in de tenten neergezet konden worden. Vandaag is de hele dag hard gewerkt door de beursdeelnemers om hun stands in te richten. Waarschijnlijk werken ze tot diep in de nacht door om alles op tijd klaar te krijgen. De meeste boten komen veel te laat binnen en op dit moment zijn er nog steeds veel lege plekken. De oorzaak daarvan is de mist. Het is nog spannend of alle deelnemers hun boot op tijd in de haven krijgen. Toch ziet de haven er al feestelijk en sfeervol uit. De schepen steken fel af tegen de mist die boven het IJsselmeer hangt. Morgenvroeg om 10 uur gaat de beurs open en om 11 uur is de officiële opening. Patrick Poelmann, lid van het College van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zal een toespraak houden. In de stand van de provincie Noord-Holland zal hij de openingshandeling verrichten en een film over Sail 2005 laten zien. De provincie was een grote sponsor van Sail 2005.
|
||