home
Curriculum Vitae
Biografie
Producten
_________
Weblog Genre
Onderwerp
_________
Links
Contact
Fotogalerij
|
|
|
Op deze pagina staan bespiegelingen, commentaren
en columns van Stephan Kraan. De stukjes kunnen overal over
gaan en zijn geordend op datum: het nieuwste staat bovenaan.
U kunt reageren op deze schrijfsels via het gastenboek.
Vermeld wel even het onderwerp. |
Alle stukjes van mei:
Dag Nederland •
Memorial Day •
De digitale Child-Ballads •
Mixed Feelings
Valse wind •
Schrijvende wacht •
Rum 1972-1978 •
Weke knieën•
Even wachten
Populisme •
Thalassa,Thalassa •
Houtpraat •
Voorwaards
Nieuw werkwoord: skypen •
Herdenkingsmoe •
Bushes marketing machine
Die Wouter! •
Bevrijdingskitsch •
Handen vol verdriet
|
31 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Dag Nederland
Nieuwsvolgers zien altijd uit naar het moment dat de krant op de mat valt. Ze weten al wat er in staat, omdat ze de vorige avond naar 'Het Oog' luisterden. 's Ochtends komt het Radio1Journaal bij hen in bed. De hele dag volgen ze niet alleen de Journaals op radio en tv, maar staat ook permanent Teletekst op. In geval van Breaking News is CNN favoriet.
Hier in New York begint het rijtje verantwoorde en enigszins betrouwbare pers bij de New York Times. Maar daarvoor moet je wel de straat op wanneer je wat hoger op woont. De 24-uurs nieuwszenders op tv zijn verschrikkelijk irritant, omdat je het nieuws moet zoeken tussen de reclames en heel veel onzinnige items. De National Public Radio is daarom favoriet. Die brengt je 's ochtends bij het opstaan meteen op de hoogte van het wereldnieuws.
Vanmorgen was zowaar Nederland op de NPR. Natuurlijk in verband met het referendum morgen. Het Franse 'Nee' werd vakkundig geanalyseerd en NPR twijfelde er niet aan dat het Nederlandse 'Nee' zal volgen. Alle ins en outs over de kloof tussen het Nederlandse intellect en het volk -wie dat dan ook maar mag zijn- komt voorbij. Dit nieuws was zelfs even belangrijker dan de nieuwste doden in Irak en de kolonisten in Israël. NPR is leuk omdat ze ons nieuws met andere ogen en vanaf een afstand bekijken.
Maar leuk is niet genoeg voor de nieuwsverslaafde. Hij kan niet meer zonder de digitale snelweg. Via internet plaatst Teletekst het laatste nieuws op het scherm; kijkt Jeroen Overbeek de New Yorkse kamer in en klinkt het Radio1Journaal tussen straatrumoer en boinkeboink-herrie van de buren.
Zo is het wereldnieuws dat in Warffum een gasstation ontploft, dat Tien ook de Postcode Loterij inpikt en dat het koningshuis er alweer een nieuwe spruit bij heeft.
reageer
|
30 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Memorial Day
De bijna veertig jarige Pinewoods Folk Music Club houdt haar voorjaarskamp in de bergen van Pennsylvania. In het Kislac Adult Centre, een vakantiecentrum, zingen en spelen de folkmuzikanten van vrijdagavond tot maandagmiddag. Het is namelijk een lang weekend vanwege Memorial Day. Zo’n lang holidayweekend is lekker, want Kislac ligt op vier uur rijden van Manhattan. Dat is zelfs voor folkminnende New Yorkers te veel voor een gewoon weekendje weg.
Hoewel; op de maandag van Memorial Day zijn veel van de overwegend bejaarde leden alweer naar huis. Enerzijds vanwege de te verwachten verkeersdrukte –heel veel New Yorkers ontvluchten te stad in een lang weekend-, anderzijds vanwege de status als oorlogsveteraan.
Dat laatste blijkt bij het eerste Campconcert, twee dagen voor Memorial Day. Na de workshops en vóór het avondconcert, kunnen de deelnemers hier zelf een liedje ten gehore brengen. Een dame met gitaar zingt breekbaar van de ‘Cockles & Mussels’. Dan komt een hoogbejaarde man op. Hij heeft een karakteristieke kop met grote sprekende ogen en wilde krullen rond zijn kalende kruin. Zoals de meeste aanwezigen is hij wat armoedig gekleed en heeft hij een grote jaren-zeventig bril op de neus. De man is oorlogsveteraan en meldt dat hijde volgende dag vertrekt om aan te treden op Memorial Day. Hij begint te lezen uit een paar verfrommelde blaadjes met handgeschreven teksten.
De gewezen soldaat vertelt, tot in het kleinste detail, over een gevecht met de Jap. Hoe hij de uitpuilende ingewanden van zijn beste vriend terugduwde toen deze geraakt werd. En hoe hij het dode lichaam van die vriend buiten het schutterputje op een hoopje dode Japanse soldaten gooide, omdat het lichaam bij het verdedigen van de stelling in de weg lag.
Gemengde gevoelens borrelen op bij het muziekminnend publiek. De gruwelijke en onsmakelijke bijzonderheden van het verslag, zijn duidelijk niet in overeenstemming met de wijze waarop anderen stil wensen te staan bij de aankomende dodenherdenking. Gelukkig redt de volgende artiest de avond met een toepasselijk lied. Een bestuurslid springt vervolgens het podium op om de gemoederen verder te sussen en begint spontaan een inzamelingsactie voor een organisatie van oorlogsslachtoffers.
Een omaatje van 91, gekleed in een blauwwitte bloemetjesjurk en met een wit hoedje op, heeft het allemaal wel eens gezien. Geen Memorial gedoe voor haar. Ze zingt uit volle borst en met de energie en charme van diva, een lied uit een oude musical. Ze is de ster van het concert en laat de toch wel wat gedrukte stemming als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Even later komt de oude diva naar Mary toe. Mary is, met haar achttien jaar en zwarte concertina, de enige jonge deelnemer aan het kamp. Het bejaarde mensje glundert het uit en vertelt de jongeling enthousiast en met passie, dat ze verschrikkelijk van het leven geniet. "Je moet in het leven niet teveel terugkijken op de diepste ellende. Ik zeur er toch ook niet over dat ik een paar anderen moest vermoorden om de Tweede Wereldoorlog en de concentratiekampen te overleven."
Mary schrikt. Maar de ontwapenende en ontroerende lach waarmee oma haar eigen verleden zo vluchtig aanroert, en er weer overheen stapt, laat geen ruimte voor schrik. Oma bewijst haar eigen gelijk, en Mary lacht mee.
reageer
|
29 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
De digitale Child-ballads
De New Yorker David Kleiman is een bezige bij. Hij is bestuurslid van de Pinewoods Folk Music Club, producer van folkcd-s, organisator van concerten en muzikant. Tien jaar geleden begint hij aan een opzienbarend project. Als geboren opportunist stopt hij met zijn baan als computertechneut Kleiman is gefascineerd door het idee om de Engelse Child Ballads te digitaliseren en wil dit bedrijfsmatig aanpakken.
Francis James Child verzamelde en bewerkte Engelse en Schotse ballades. Hij publiceerde zijn werk in 1882. Het bestaat uit tien delen verdeeld over vijf boeken. Het wetenschappelijke niveau van de verzameling is hoog. Een Child-ballad is in onder deskundigen onomstreden als het gaat om betrouwbaarheid van de bron en authenticiteit. Zijn werk was van grote invloed op muziek en literatuur.
Ten tijde van de grote folkrevival in Amerika en Engeland werden de boeken van Child nogmaals uitgegeven. De ballades waren ongemeen populair. Steeley Span, Fairport Convention, Joan Biaz, The Weavers en vele andere folk- en popartiesten maakten gebruik van de Child-collectie.
David Kleiman tovert het appartement van zijn ouders om tot kantoor, huurt een stuk of zes stagiaires in en begint met het monnikenwerk. Meer dan 2600 pagina’s moeten digitaal gemaakt worden. In maart 2002 start Kleiman een eigen bedrijfje Heritage Muse, dat helemaal draait om dit levenswerk. Hij gaat met een proefversie langs universiteiten in Amerika en Engeland om fondsen te werven en zich van afzet te vergewissen.
Belangrijk aspect van het digitale boekwerk is de toepasbaarheid. Aantrekkelijk multimediagebruik gecombineerd met goede zoek- en navigatiefuncties hebben een meerwaarde boven een papieren uitgave.
Het boek is natuurlijk gewoon te lezen en als je het scherm niet plezierig vindt, kan je het hele boek uitprinten. Maar op de computer kun je per item of per lied alle mogelijke informatie vinden. Je kunt alle versies van een bepaald lied oproepen -zowel qua tekst als qua bladmuziek- en de melodie beluisteren. Het mogelijk om via elke genoemde plaatsnaam naar de bijbehorende geografische kaart te gaan. Je ziet welke liederen nog meer over die streek gemaakt zijn. Je kunt liederen op alle mogelijke thema’s bij elkaar laten zoeken.En zo zijn er nog talloze andere mogelijkheden van de digitale versie van de Child Ballads.
De Child-Ballads zijn zo een uitgebreide digitale encyclopedie met alle functies die tegenwoordig beschikbaar zijn. De CD-Rom wordt geleverd met een cd waarop 15 beende ballades van Child door vooraanstaande artiesten zijn uitgevoerd. Meer informatie en bestellen: www.heritagemuse.com.
reageer
|
27 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Mixed feelings
Het blijft fascinerend. Vanmorgen nog rij ik met de bus vanaf Borneo eiland langs het Scheepvaartmusem in Amsterdam; de Schreierstoren; Nemo; de oude haven met botters en tjalken; de grachten met hun sierlijke huizen; fietsende Amsterdammers. Op moment van schrijven raas ik op 10668 meter hoogte en een snelheid van 766 kilometer per uur de oceaan over. Over een paar uur zit ik achterin een gele taxi om via duizelingwekkende wegconstructies uiteindelijk over Atlantic Avenue naar Brooklyn te rijden.
Deze reis brengt altijd wat spanning met zich mee. Ergens achterin mijn maag en verscholen in een ventrikel van mijn hart, worstelt opgewonden sensatie met lamgelegde afkeer en een beetje angst.
Vanuit mijn cocon in Smilde, stap ik de wereld in. Amsterdam is al groot, maar New York is groots. In alles. Daar beleeft een Drentse koekenbakker in één dag meer, dan in een maand tussen heideveld, hunebed en Bartje. Dat geeft een bijna letterlijk machtig gevoel.
Mijn ecologische footprint daarentegen heeft de laatste jaren een desastreuze ontwikkeling doorgemaakt. Er gaat heel wat kerosine de lucht in om mij naar mijn liefje te schieten. Dat maak ik niet meer goed met een sneetje biologisch brood of een onbespoten appel. Mijn waardigheid als idealist is compleet aan flinters omdat ik gedwee mijn privacy prijsgeef en zonder vragen alles doe wat costums van mij vraagt. Ik weet dat de geringste mate van assertiviteit in Amerika, beloond wordt met een enkeltje Drenthe. ‘Lafaard!’ roept het schuldbewust stemmetje in mij: ‘Ga je schamen!’
Misschien mag ik Amerika niet eens meer in, je weet het tegenwoordig nooit. Er zijn zoveel verhalen over mensen die dat is overkomen. Het is een bizarre consequentie van de ziekelijke paranoia waaraan dit land lijdt. Nooit zal de teruggestuurde reiziger weten waarom hij niet meer welkom is. ‘Het zou me maar gebeuren’, krimpt mijn maag.
Trotse opwinding gaat samen met schuldgevoel en dat vleugje bangheid. In ieder geval nog even; zolang ik de tijd heb om na te denken en in de spiegel te kijken. En dat duurt niet zo lang meer. Dan duik ik in de waanzinnige golven van The City. Dan kent elke minuut duizend andere gedachten. Onontkoombaar overrompelend. Tot de heimwee het wint.
reageer
|
26 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Valse wind
Als God hard blaast, gaat het lampje uit. En niet alleen het lampje; alle elektriciteit valt uit, dus eigenlijk marcheert niets meer. En niet alleen bij ons; nee, in heel Noord-Europa wordt het stil en donker. En God houdt van blazen. Vooral in Noord-Duitsland want dat is leuk. Daar staan veel van die grappige molentjes. En God houdt van molentjes. Dus blaast hij er lustig op los en laat hij die molens draaien en draaien.
God schiep de mens maar niet de windmolen. Hij vindt die doldraaiende wieken prachtig, maar snapt het procédé niet helemaal. Hij heeft dus ook niet door dat zijn goedbedoelde windjes voor een gigantische stroomstoot zorgen. God schiep de wereld zonder elektriciteit en kan de gevolgen van zijn spelletje niet overzien.
Tennet, de Nederlandse beheerder van hoogspanningsmasten, kan dat wel. Het bedrijf voorspelt dat die stroomstoot een enorme elektriciteitsstoring veroorzaakt in Noord Europa. Om dat te voorkomen gaat Tennet ons redden. Het ‘nieuws’ is zoals zo vaak waarschijnlijk een storm in een glas water. Tennet verstaat namelijk de kunst van het goed lanceren van een jaarverslag.
Jaarverslagen zijn saai en zelden aanleiding tot enige publiciteit, vooral als je Tennet heet. Dus formuleer je een conclusie waarin je grote rampen voorspelt. Als staatsbedrijf schakel je zonder problemen een minister in als woordvoorder. Je fêteert een legertje journalisten in ruil voor de publicatie van jouw, net niet leugenachtige en net niet wetenschappelijk verantwoorde, uitspraken. Het gevolg is een hoos aan publiciteit. Vervolgens vervliegt de rampspoed in de wind, en horen we er nooit weer iets van; maar Tennet heeft zijn portie media aandacht binnen.
Het is tegenwoordig een beproefd recept waarmee bedrijven gratis reclame krijgen. Let maar eens op. Bijna elke dag zit er in het NOS-journaal wel een item over een product of een bedrijf op basis van nonsens-nieuws. En dat in het Journaal. Als nieuws ergens onafhankelijk en niet commercieel is, dan zou dat toch het Journaal moeten zijn. Nou, niet dus.
Of Tennet ervoor betaalt of gewoon de perfecte advertorial heeft bedacht; we zullen het niet weten. Maar dat weet God weer wel, want God schiep de mens. God waakt over de geest van zijn schaapjes. Misleiding neigt naar liegen en liegen zult Gij niet doen. Daarom straft God. Dus blazen, God! Blaas tot je niet meer kunt. Blaas harder en harder en gans het raderwerk staat stil.
reageer
|
25 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Schrijvende wacht
Zeven nachten werken en dan zeven dagen vrij. Week op, week af; zo heet dat in nachtdiensttermen. Het lichaam doet er een dag of vijf over om het bioritme van dag naar nacht en vise versa te veranderen. Zo is het lichaam eigenlijk altijd een beetje van slag. Het verkeert in een permanente jetlag. Het kan niet slapen wanneer het moet en wordt wakker als het nog niet hoeft. Het valt in slaap als een ander net wakker wordt en zit vol energie op het moment dat een ander niets anders wil doen dan slapen.
Veel schrijvers houden van de stilte van de nacht. Geen zeurende partner of klierende kinderen in de buurt. Geen onverwachte bezoekjes en vervelende telefoontjes. Geen dreunende geluiden van tv of radio bij de buren. De nacht is van hem. Alleen met zijn gedachten schudt hij juweeltjes van zinnen uit zijn mouw. Slaap deert hem niet, hij doet het met vier of vijf uurtjes.
Voor een schrijvende nachtwacht heeft die stilte en het gebrek aan prikkels een ander effect. Hij heeft de inspirerende dag verslapen. Hij heeft de avond op de bank voor de tv gelegen om bij te komen van zijn slaap. De wachtweek kabbelt zo aan hem voorbij als een trage, eeuwig stromende rivier. De nachtwacht ontbeert de opwinding en verbazing die een schrijver doorgaans tot diepere gedachten brengt.
De week dat een nachtwacht het daglicht weer mag zien, vertoont hij het gedrag van een koe die na een lange winter op stal, de grazige weide in mag. Ongeduldig struikelt hij het leven in. Verwachtingsvol wentelt hij zich in de geuren, kleuren en geluiden die hij ’s nachts zo miste. Briesend kijkt hij om zich heen, op zoek naar vertier en avontuur. Al snel ontdekt hij echter dat de weide net zo groot is als voor de winterstop en het gras net zo groen en taai als altijd. Er rest hem niets anders dan grazen, liggen en herkauwen.
Deze leegheid van het bestaan in combinatie met een eeuwige jetlag, is voor een schrijvende nachtwacht geen basis voor een romantisch salongesprek met zichzelf. Het gevecht waarbij hij stoeiend met woedende woorden zijn puntige stellingen verdedigt, is bij voorbaat verloren. Gekweld door zijn dichtvallende oogleden, voert hij strijd tegen de oncontroleerbare golven van dagdromen die elke structuur missen. Onmachtig en stuurloos hangen zijn vingers roerloos op het toetsenbord. Tot hij bij het gezang van een merel ontdekt dat op onverklaarbare wijze deze situatie toch nog tot een stukje heeft geleid.
reageer
|
22 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Jarenlang moesten folkliefhebbers in België en Nederland erop wachten. Begin deze maand was het er eindelijk. Vandaag viel het als een cadeautje bij mij in de bus; zelf online uit Vlaanderen besteld, maar toch een cadeautje. Een box met alle vier LP's van Rum op twee cd's; met als bonus een dvd met concertregistraties en interviews uit het archief van de VRT. In het boekje een groot interview met Paul Rans, Dirk van Esbroeck en Wiet van de Leest, aangevuld met recensies uit hun actieve jaren.
Via vrienden ontdekte ik midden jaren zeventig de Nederlandstalige folk van het Vlaamse Rum. Ik was toen veroordeeld tot de LP's van de bibliotheek in Stadskanaal. Krakend van krasjes en stof, draaide ik de platen met de versleten naald op mijn kleine Pick Up. Het deed geen afbreuk aan de meeslepende harmonieën in middeleeuwse ballades als Heer Halewijn, de Twee Conincskinderen, Het Luiaardsgild of Schoon Lief. Ik kende elke toon van de strakke vederlichte instrumentaaltjes op gitaar, viool, fluit en mandoline.
Rum was razend populair in België en zowel met hun repertoire als arrangementen hèt voorbeeld voor bijna alle folkgroepen die in het Nederlands of in één van de streektalen gingen zingen. Rum bepaalde ook definitief mijn eigen voorkeuren op muziekgebied en nog steeds zing ik veel van hun liedjes. Toch is het minstens 15 jaar geleden dat ik hun muziek hoorde. Platen staan werkloos in de kast en cassettebandjes zijn niet meer te draaien.
Zelden heb ik met meer verbazing en verrukking geluisterd als ik oude LP's door cd's verving. Niet alleen omdat ik de muziek van Rum nooit zonder bijgeluiden hoorde. Niet alleen omdat ik als romanticus zweem van jeugdsentiment. Nee, het is de verbijsterende kwaliteit die me verrast. De frisse tonen tintelen je tegemoet. De opzwepende energie en overgave druipen ervan af. Na dertig jaar klinkt alles nog steeds als nieuw. Geen wonder dat de invloed van Rum op de Nederlandstalige folk zo groot is geweest.
Deze box van Rum mag niet ontbreken in de collectie van folkliefhebbers. En helaas moeten ze het daar ook mee doen, want de heren hebben geen plannen voor reünie optredens, laat staan een nieuwe start. Tenminste niet echt. Want in augustus zijn ze nog een paar keer in Antwerpen te zien in Thalassa, Thalassa. (Zie mijn verhaal van 15 mei)
reageer
|
20 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Weke knieën
Het Rode Kruis zegt nu weer dat het tóch gebeurd is. Dat in de wc stoppen van de koran in Guantànamo Bay. Newsweek schreef hierover twee weken geleden een paar regels. Het blad bezweek vervolgens voor de druk van Washington en trok gefaseerd het artikel waar dit in stond, helemaal in. Met excuses aan de nabestaanden van de 14 Afghaanse demonstranten die bij de, op de publicatie volgende, rellen waren omgekomen.
Natuurlijk is het gebeurd. Het is waarschijnlijk nog de minst erge intimidatie die soldaten op hun Islamitische gevangen toepasten. Het Rode Kruis ontving getuigenissen hierover al drie jaar geleden en rapporteerde dit toen ook aan het Witte Huis. De vrijgelaten Britten, eerder dit jaar, vertelden eveneens dergelijke verhalen.
Op zich is het dus al vreemd dat Newsweek zoveel aandacht krijgt vanwege een paar regels in een artikel, die niets nieuws bevatten. Het Pentagon had het stuk zelfs goedgekeurd. Waarschijnlijk had het Pentagon ook niet meer gereageerd als in Afghanistan en Pakistan geen rellen waren uitgebroken. De angst voor nog meer anti-Amerikaanse sentimenten zit er goed in, nu Amerika in Irak zijn volgende Vietnam ziet ontstaan.
Reden voor het Pentagon om Newsweek genadeloos in de beklaagdenbank te zetten. Amerikaanse journalistieke weblogs doen mee en beschuldigen Newsweek van ondeugdelijk journalistiek omdat de bron anoniem zou zijn. Newsweek zou een kruistocht tegen het Irak beleid te voeren en daarmee moslimextremisten in de kaart te spelen.
Het is van een mug een olifant maken en een storm in een glas water. Maar Newsweek gaat dus, tegen alle logica en realiteit in, door het stof en neemt zelfs bijna de verantwoordelijkheid voor de doden en gewonden van de rellen op zich. Was het niet geschreven, dan was er immers niets gebeurd. Hiermee helpt Newsweek haar eigen reputatie als degelijk opinieblad onherstelbaar naar de filistijnen.
Hulde daarom voor The New Yorker, dat nooit door de knieën ging. Week na week publiceerde het de messcherpe analyses van Seymour Hersh. De journalist onthulde schandaal na schandaal over de leugens van de Irakoorlog en de misstanden in Abu Graib. Nooit nam het blad er ook maar een spatie van terug.
reageer
|
18 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Even wachten
Salomon Kalou van Feyenoord kan een aardig balletje trappen. Hij komt uit Ivoorkust en speelt precies op een positie die Foppe in zijn elftal onder de 20, niet goed kan bemannen. Zowel de club als de KNVB steunen Kalous verzoek om versneld tot klompenboer gekroond te worden. De ambtenaren van de IND en het ministerie van VWS zien geen problemen. Onze overijverige minister van asielzaken, Verdonk, wil echter van geen uitzondering weten. Alles moet volgens de regels, dus kan Kalou nog tot 2008 wachten en wordt het Nederlandse voetbal tot die tijd van zekere titels afgehouden.
Onze koninklijke troetelallochtoon deelde vandaag nog vriendelijk lachend Appeltjes van Oranje aan medeallochtonen uit. Gisteravond zat ze nukkig op de bank tussen de verjaardagsvisite. Om half zeven heeft ze nog braaf de actualiteiten bij Twee Vandaag bekeken. Het programma begint de uitzending met uitgebreide felicitaties voor de jarige. Vervolgens wordt de achtdaagse naturalisatieprocedure van Maxima op de fileerbank gelegd en haarfijn ontleed. Vier jaar geleden stapelde de vaderlandse ambtenarij, tot aan premier Kok toe, fout op fout, en zag procedures even door de vingers. Dat is niet de fout van de toekomstige koningin, zei Twee Vandaag erbij, maar toch zat de Argentijnse even flink te balen op haar verjaarspartijtje.
Van onthullingen is natuurlijk geen sprake. De speciale behandeling voor onze toekomstige koningin is evident. Het is van groot nationaal belang als er eindelijk een vrouw beschikbaar is om onze Alex aan nageslacht te helpen. Helemaal als het een vrouw is met een vertederende losbandigheid, aan welke het ons koningshuis totaal ontbreekt. Niemand verbaast zich daarom over een voorkeursbehandeling voor Maxima bij de IND. En niemand vindt dat erg: we houden immers van Oranje en er kan tenslotte maar eentje koningin zijn.
Het nationaal belang van een voetballer is nihil. En na Kalou komen natuurlijk veel meer voetballers. En na de voetballers, komen andere buitenlandse sporters, muzikanten, kunstenaars, schrijvers, wetenschappers en politici. Vervolgens de aspergestekers, bouwvakkers en prostituees. En die wilden we toch niet? Nederland was toch vol? Daarom heeft Verdonk groot gelijk. Gelijke monniken, gelijke kappen. Voetballen ze maar even met z'n tienen.
reageer
|
17 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Populisme
Frankrijk schijnt tegen te zijn. Als dat nou ook de uitkomst is van het referendum daar, hoeft Nederland zich nergens meer druk over te maken. Want wij zijn ook tegen en dat is, volgens bijna de gehele de politiek, een probleem. Kosten noch moeite worden gespaard om het tij te keren. Vooral het kabinet probeert EU positivisme uit te stralen, maar een breed spectrum in politiek Den Haag doet mee; tot aan Groen Links toe.
Het is echter vooral die rechtse blonde Tinus die de aandacht trekt. Veel kranten hadden hem vandaag op de voorpagina, omringd door veiligheidsmensen en pers. Tinus zegt NEE, maar het gaat natuurlijk niet om zijn mening maar om het circus.
Eigenaardig toch dat de hele Nederlandse pers zo bovenop die man springt. Of hij nu inspiratie zoekt in Amerika of bij zijn moeder op de stoep uit een beschilderde bus stapt: de camera's draaien. Pipo zelf hoeft er niets voor te doen en krijgt alle aandacht gratis en voor niets. Het zou dus best uitkunnen om enkele Marokkaanse randcriminelen te betalen om jou in een chat te bedreigen. Die kosten heb je er immers snel uit, want de vaderlandse pers helpt gretig mee om jou tot bekende Nederlander te maken. En dat is waar het om gaat.
Natuurlijk is er met de moord op Pim en vooral het afslachten van Theo iets in Nederland veranderd. Ik begrijp de nieuwswaardigheid van ons nationale domme blondje dan ook wel. Maar is het niet een beetje overdone? In het verleden negeerden politiek en media dit soort op populisme drijvend volk. Dat heeft niet geholpen om het fenomeen te bestrijden. Nu lijkt het omgekeerde aan de hand. Rechtse retoriek is hot.
De aandacht houdt ook verband met een algemene belangstelling voor makkelijke oneliners. Vooral de commerciële zenders grossieren hierin, maar in weerwil van de slag om kijkcijfers en oplages, gaan ook serieuze nieuwsmedia meedoen. Zij het hoofdzakelijk in de headlines. In achtergrondartikelen en op de websites is vaak nog wel veel degelijke informatie te vinden.
Zo heeft de NOS bijvoorbeeld op haar website een aantal weblogs over de Europese grondwet geopend. Jan Marijnissen, Hans van Baalen, Thijs Berman en Ronald Plasterk schrijven daar bijna dagelijks op. Deze bijdragen kan je echter alleen maar vinden, als je weet waar je moet zijn en hoe je moet zoeken. Zo gaat dat tegenwoordig. Intellect, wetenschap en gezond verstand is uit. Nederland kiest er voor om een dom blondje te zijn. Maar gelukkig valt er eigenlijk toch nooit veel te kiezen.
Het is overigens heel leuk om in populistische terminologie te schrijven.
reageer |
15 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Thalassa, Thalassa
Folk en de zee, het is een ijzersterke combinatie. Vooral door de krachtige refreinen van de werkliederen waarmee zeilen gehesen en ruimen leeggepompt werden. Maar ook door de ballades over de lotgevallen van legendarische zeilschepen, hun anonieme opvarenden of over het leven in de havensteden. Bijna alle folkartiesten hebben wel ergens een stukje zee in hun repertoire.
In België is de folkmuziek de laatste jaren onder invloed van Kadril, Urben Trad en Laïs ongemeen populair geworden. Jeugdige folkgroepjes schieten als paddestoelen uit de grond. Ze zorgen voor een ongeëvenaarde revival na een eerdere succesperiode in de jaren zeventig waarin 't Kliekske en Rum de trom roerden.
Bij Nieuwpoort aan de Belgische kust, komt alles samen. De jonge sterren van Laïs, die alweer tien jaar briljant aan de hemel staan. De alsmaar voort deinende oude schuiten van RUM, die voor het eerst sinds vijfentwintig jaar weer samen in een haven liggen. 'Thalassa, Thalassa!', zingen ze in koor, 'de zee, de zee!' De zee als zout amalgaam tussen twee zingende zilvervloten. Hun stemmen samengeklonken met het zuivere koper van trombones, bugel en saxofoon.
Bovenstaande lyrische en wel heel poëtische strofe is het gevolg van drie magische avonden in de Islandzaal van de visafslag in Nieuwpoort. Vaders en moeders zochten en vonden het karakteristieke Rumgeluid van Paul Rans, Dirk van Esbroeck en Wiet van de Leest. Dochters smolten weg bij de herkenbare krachtige en melodieuze harmonieën van Laïs. In een kunstige muzikale pirouette, draaiden beide groepen in wisselende samenstelling innig om elkaar heen, zonder elkaar uit het oog te verliezen. 'Thalassa, Thalassa' is een muziekstuk waarin alle elementen elkaar versterken.
Samensteller Dree Peeremans beoogde een vervolg te schrijven van zijn Islandsuite, die hij twintig jaar geleden maakte. Daarvoor waren de liedjes echter te weinig een eenheid en het smeedwerk van de kopersectie te dominant. Het doet echter niets af aan het fantastische resultaat, dat zoveel meer is dan een romantisch déjà vu.
reageer |
12 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Houtpraat
Welkom in de wereld van de krommertje, knieën, vrangen, boeisels, berghout, lofwerk, kwasten, knikkers, spanten, gangen, oplangers en kapsel. Alles draait om stapels dik, breed en droog
donker eikenhout; vaak tientakken jaren oud. Het liefst kwartiers met mooie spiegels. Soms recht, soms getordeerd. Per duim moet het hout twee jaar drogen voordat het gebruikt kan worden. De spint moet er meteen bij opslag af om schimmels en rot te voorkomen.
Op de linkerfoto staan de jaarringen haaks op de zaagrand. Dat heet kwartiers gezaagd hout. Op zo'n plank zie je dan spiegels in de vorm van halve maantjes.(midden) Rechts staan beide kenmerken van kwartiers hout bij elkaar.
Het voordeel van kwartiers hout is dat het sneller droogt en niet meer werkt. Er ontstaan geen scheurtjes onder invloed van warmte, kou, droogte of nattigheid. Uit een boom komen misschien maar drie planken met kwartiers hout. Uiteindelijk komt slecht een vierde deel van een grote eik in het bootje terecht. De rest verdwijnt in de kachel. reageer |
11 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Voorwaards
Een volle week doe ik het nu. Tijd voor retrospectief en
bezinning. Wat is het doel van mijn weblog? Is het pure ijdelheid?
Een vorm van exhibitionisme? Het valse idealisme van een wereldverbeteraar?
In mijn geval is het weblog puur een oefening in schrijven.
Het liefst wil ik namelijk gewoon als journalist aan het werk.
Mijn geld verdienen met de talenten die ik bezit en met datgene
wat mij pleziert en uitdaagt.
Vandaag kwam echter weer een slecht bericht naar buiten voor
een beginnend journalist op leeftijd; alle ambities ten spijt.
Wederom zijn de oplagecijfers van de dagbladen met bijna vier
procent gedaald. Dat betekent bijna altijd bezuinigen en tegenwoordig
gebeurt dat meer en meer op de redacties. Er lopen dus bosjes
ervaren journalisten rond, die zich verdringen voor de weinige
banen die er zijn. Zelfs op een nederige betrekking bij een
klein tijdschrift, komen honderdvijftig prachtig geschreven
sollicitatiebrieven binnen, met indrukwekkende c.v.'s.
Mijn c.v. ligt daar vaak ook tussen, maar ik krijg altijd
een vriendelijk briefje terug met de mededeling dat, met het
oog op de privacy, mijn gegevens zo spoedig mogelijk vernietigd
worden. Solliciteren is daarom frustrerend, en dat terwijl
het schrijven juist zo inspirerend is.
Ik wil me concentreren op dat laatste aspect. En daarvoor
leent het weblog op mijn eigen site zich uitstekend. Het maakt
me niet zoveel uit of ik gelezen wordt; het schrijven voor
mijn eigen kleine publieke ruimte, geeft me energie en een
goed gevoel. Na een vliegende start met in de afgelopen week
elke dag een stukje op de site, voel ik me weer schrijver.
En er is hoop, want uit die eerder genoemde cijfers blijkt
ook dat tegenover de daling van de krantenoplages, de websites
van de dagbladen explosief meer bezoekers hebben. De behoefte
aan nieuws is dus niet minder, maar Nederland gaat wel steeds
meer online. En daar ben ik dus ook te vinden met mijn krantje.
De stukjes voor dit weblog zijn bovenal oefeningen, maar uit
oefeningen kunnen hele aardige dingen ontspruiten. En daar
ga ik voor. reageer
|
10 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Net op tijd
Eigenlijk schrijf ik nooit iets over mijn werk als psychiatrisch
verpleegkundige. En dat terwijl er genoeg te melden valt over
de psychotische alledag op een gesloten opnameafdeling. Met
bijna twintig jaar ervaring, ben ik bovendien een oude rot
in het vak met kasten vol anekdotes. Vandaag moest het dus
maar gebeuren, dacht ik. Tot ik het Algemeen Dagblad opensloeg.
'Bezint eer gij aan het weblog begint', was de optimistische
titel boven een stuk over weblogs en werk. Het schijnt vaak
voor te komen dat schrijvers van deze digitale dagboeken zich
de vrijheid permitteren, om alle frustraties over hun werk
ongecensureerd online te publiceren. Dat heeft reeds tot ontslagen
van webloggers geleid.
Oppassen dus! Als beginnend weblogger moet ik de valkuilen
immers nog leren kennen. Uit de voorbeelden in het stuk blijkt
echter, dat het slechts gaat over klein deel van de vijftigduizend
webloggers in Nederland. Een deel dat bovendien niet al te
slim is. Als afgestudeerd journalist hoef ik me dus niet ècht
aangesproken te voelen. Toch maar even kijken wat mijn werkgever
hierover zegt.
Het persprotocol meldt dat 'iedere medewerker alléén
contact mag hebben met een journalist na voorafgaande toestemming
van de Raad van Bestuur'. Maar wat nou als de medewerker ook
een journalist is? En als je niet contact met
de pers hebt, maar de pers bent? Een weblog is immers
ook een manier van publiceren.
Jaren geleden ben ik eens met ontslag bedreigd. Ik wilde
naar de krant in een uiterste poging om aandacht te krijgen
voor de wijze waarop mijn werkgever met een collega omging.
Zoiets mag dus niet. In het persprotocol staat namelijk ook
dat het naar buiten brengen van klachten en conflicten, via
de Raad van Bestuur moet gaan.
Het AD heeft misschien dus wel gelijk: hier zitten beren
op de weg. De conclusie moet daarom zijn dat u hier helaas
geen verhalen kunt lezen over geestige gestoordheid, diepe
depressie en argeloos arbeidsleed in een gesloten psychiatrische
setting. En voor informatie over ziektebeelden en behandelingen
kunt u beter terecht op de veel geprezen website van mijn
werkgever.
Zoals het AD al adviseerde: bezint eer ge begint. Nu kan
ik veilig verder als nieuwbakken weblogger; zolang ik mijn
werk er maar buiten laat. En voor de zekerheid kan ik beter
ook maar niet beginnen over de politiek, het koningshuis of
de zakenwereld. Familie, vrouw en vrienden zijn voor webloggers
ook uiterst risicovolle onderwerpen. Ach, ik kan altijd nog
over het weer schrijven. reageer |
9 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Nieuw werkwoord: skypen
Ik heb het eigenlijk niet zo op de dynamische communicatieaspecten
van het internet. Chatboxen zijn oppervlakkig en enkel geschikt
voor kinderen, alleenstaanden en ranzige types. Nieuwsgroepen
zijn inefficiënt omdat er alleen van die ongenuanceerde
stoethaspels op schrijven. Weblogs zijn aardig voor journalisten
die te slecht schrijven om in een krant of tijdschrift te
publiceren. Maar ik ben bekeerd. Sinds een week of drie skype
ik.
Een maand geleden greep ik meteen mijn kans toen KPN met
een glasfiberkabeltje, mijn stulpje uit het breedbandisolement
haalde. Ik kreeg een wireless router en ben sindsdien permanent
online. Lekker geen telefoontikken meer als ik mijn email
wil checken of mijn website moet uploaden.
Gratis bellen via internet leek mij een ideale methode om
iets terug te verdienen van de ruime vergoeding die de KPN
voor zijn breedbanddiensten vraagt. Met een echtgenote, familie
en vrienden in New York, is telefoneren voor nop een interessante
optie. En zo vond ik mijn nieuwe maatje: skype.com.
Twee boxen en een microfoon of een headset zijn de enige
extra's die iedere skyper nodig heeft; behoudens een internetverbinding
en een beetje snelle computer. Even programmaatje downloaden,
registreren en meteen kan je bellen.
Bellen is eigenlijk niet het goede woord. Het geluid is zo
zuiver en komt zo realtime bij je binnen, dat je met gemak
een zangrepetitie met je koortje kunt houden. Mits er niet
meer dan vijf leden zijn. Als je zo kraakhelder met een ander
praat, besef je pas hoe vermoeiend een telefoonhoorn met zo'n
telefoongeluid eigenlijk is. Onze telefoonstem is een verschrikkelijk
vervormd aftreksel van de fijne gedetailleerde tonen die wij
voortbrengen. Skype is het daarom helemaal.
Nu ik skype, kan ik uren luisteren naar mijn vrouw in de
illusie dat ze werkelijk naast me zit. Ik kan haar uitzetten
als ze weer begint te zeuren over dat tweehonderd jaar oude
huisje in Clinton(CT). En ik kan net doen alsof ik niet thuis
ben, wanneer ik even heerlijk privé skype met een ander.
Probeer het maar eens en reageer |
8 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Herdenkingsmoe
Zou er nog iemand zijn die niet weet wat er zestig jaar geleden
gebeurde? De oneindige rij aan herdenkingen van de afgelopen
maanden, lijkt niet te stoppen. Persoonlijk heb ik Bush, Beatrix
en Balkenende op Margraten vandaag gemist. Na een nacht werken,
moet ik altijd een dag slapen. Als het dan ook nog moederdag
is, schiet zelfs het journaal er bij in. En zo geschiedde
het. Ik hoorde echter van mijn moeder dat de herdenking erg
indrukwekkend was. Zelfs Balkenende kwam fatsoenlijk uit zijn
woorden.
Ik ben de laatste jaren een paar keer naar kamp Westerbork
geweest om zo'n herdenking bij te wonen. En inderdaad. Het
maakt altijd veel los. De laatste keer was in de week van
27 januari omdat de gevangenen van Auschwitz 60 jaar daarvoor
bevrijd werden. Overlevenden, nabestaanden, scholieren en
vele anderen lazen de meer dan honderdduizend namen voor van
Nederlanders, die via Westerbork naar Auschwitz waren gebracht.
Heel indrukwekkend.
Erg indrukwekkend is ook het boek In Europa van
Geert Mak. De afgelopen week ben ik toevallig aangeland bij
de hoofdstukken over de Tweede Wereldoorlog. Ik heb dat niet
zo gepland en lees het zeker niet vanwege het actuele jubileum.
De passages in het boek, sluiten echter naadloos aan bij de
berichten, specials en interviews over zestig jaar bevrijding.
Je kunt de krant niet openslaan; de radio en tv niet aanzetten:
dagelijks herdenken veteranen en scholieren weer andere ellende.
De media verslaan dit alles in de nieuwbakken traditie van
de mediahypes. De kleinste details worden buiten proporties
opgeblazen, het liefst met veel, heel veel, echte tranen.
Daarbij ontdekken journalisten ook nog eens allerlei onbekende
nieuwsfeiten. Zo blijkt bij het vieren van de zestigste bevrijdingsdag,
dat de overgave in Hotel De Wereld gewoon in scène
gezet is. Ach, het leverde in ieder geval mooie beelden, heldhaftige
reputaties en een nationale dag op. De media smullen ervan
en rollen veteraan na veteraan, en krans na krans, als een
tsunami bij ons de huiskamer binnen.
Het is zo wel een beetje veel 'herdenken'. Net als al die
bloemenzeeën, witte stille tochten en andere gemeenschappelijke
rouwbeklagen na een ramp, een moord of een ongeluk. Allemaal
zeer indrukwekkend, maar wel een beetje veel, een beetje hypocriet
en een beetje onecht. Herdenken verliest door die overtrokken
media aandacht steeds meer aan zeggingskracht. Herdenken wordt
steeds meer een doel op zich, in plaats van een middel om
stil te staan bij wat eens gebeurd is. reageer |
7 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Bushes marketing machine
Vandaag staat het nieuws in Nederland in het teken van de
landing van Airforce 1 op vliegveld Beek. In de pers verschijnen
verhalen over het minutieus geregisseerde evenement; over
de waanzinnige kosten van de veiligheid; over Bush de keizer,
vanwege zijn gevolg van 700 mensen, inclusief vijf koks; over
demonstraties in Amsterdam en Limburg. De media pakken breed
uit, en terecht want zo'n gast komt niet dagelijks over de
vloer. Als voorbereiding op het bezoek had het Witte Huis
besloten twee interviews met Nederlandse journalisten toe
te staan: de NOS vertoonde gisteren een exclusief gesprek
met Bush van vijf minuten en de Volkskrant publiceerde vanmorgen
een paginagroot interview.
In de aankeiler in de Volkskrant van gisteren en in spotjes
op de radio, suggereerde de Volkskrant een uur lang exclusief
met Bush gesproken te hebben. Uit het artikel zelf blijkt
dat deze reclame de zaken iets mooier voorspiegelt dan de
werkelijkheid is. Zoals Bush altijd een beetje liegt als het
gaat om zijn veldtocht tegen terrorisme, drugs, euthanasie
of welk ander onderwerp ook; zo helpt ook de Volkskrant de
waarheid een beetje om de verkoopcijfers omhoog te stuwen.
De krant luisterde op de seconde af veertig minuten naar een
monoloog van Bush. Niet in een exclusieve theevisite maar
in gezelschap van kranten uit de andere landen die Bush tijdens
zijn Europese tournee aandoet. Zoals altijd betrof het een
strak georganiseerd toneelstukje.
Het Bushkamp gebruikt elk perscontact immers als pure reclame.
De 'vrije' pers kan met zo'n interview ook weinig anders doen
dan reclame maken. Er is niets anders te zien of te horen.
Bush zelf speelt dit spel, na vijf jaar oefenen, inmiddels
perfect en doet qua charme niet onder voor de acteur Reagan.
Zowel Wouter Kurpershoek als Arie Elshout benadrukken dat
ze alles mochten vragen. Maar zo stuntelig als Bush eerder
dergelijke sessies verknalde, zo behendig maakt hij nu op
elke vraag zijn eigen punt.
Iedere journalist die het Witte Huis bezoekt, weet dat ook.
Het is ook absoluut geen reden om van een interview af te
zien. Helemaal niet als je van de Nederlandse pers bent. Het
eigen medium lift zo soepel mee met de meest professionele
reclamemachine ter wereld. Dat is goud waard voor de NOS in
concurrentie met RTL en voor de Volkskrant in strijd met dalende
oplages. Voor beiden is het wel zaak dit marketingspel te
verkopen als serieuze, onafhankelijke journalistiek, om niet
al te ongeloofwaardig te worden. Heel begrijpelijk.
Is dat nou zo erg? Iedereen die een beetje oplet, weet immers
dat de media tegenwoordig doorspekt is met advertorials: betaalde
reclame in de vorm van een journalistiek product. Kritische
kijkers, lezers of luisteraars ontdekken pas in tweede instantie
dat zo'n bericht gewone reclame is; de meeste mensen zullen
de inhoud als nieuws ervaren. Een interview met Bush is niets
anders dan een advertorial.
Zowel Wouter Kurpershoek van de NOS als Arie Elshout zeggen
nog wel iets over hoe het interview tot stand komt. Bijna
vertwijfeld constateren ze dat Bush zijn eigen boodschap steeds
herhaalt en niet op vragen antwoordt. Toch laten beiden uiteindelijk
de reclameboodschap van Bush uitgebreid zien. En daarmee doen
ze precies wat ze de Amerikaanse pers vaak verwijten. Tot
meerdere eer en glorie van hun eigen bedrijf, conformeren
ze zich aan de propagandamachine van een discutabele machthebber.
Dat is des te pijnlijker als we de aanleiding van het bezoek
van Bush erbij betrekken: zestig jaar bevrijding van de Duitsers.
De nazistaat kwam mede tot stand doordat Hitler perfect gebruik
wist te maken van de pers. Hitler was een meester in politieke
marketing. Bush is ondanks Afghanistan, Irak en Abu-Ghraib,
geen Hitler, maar gebruikt wel dezelfde marketingtechnieken
om zijn eigen vuile was te verdoezelen. Verstandige media
laten zich daarvoor niet gebruiken. reageer
|
6 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Die Wouter!
Een jaar geleden waren de Nederlandse correspondenten in
Amerika unaniem: bij Bush kom je niet binnen. Ik sprak velen
van hen vanwege het onderzoek
voor mijn eindscriptie: Charles Groenhuijsen, Tim Overdiek,
Jan Tromp, Max Westerman en nog -tig anderen. In Nederland
beroemd, maar voor het Witte Huis allemaal uiterst marginale
en betekenisloze mediavertegenwoordigers.
Sinds President Bush het Witte Huis bewoonde, viel er voor
de Nederlandse pers geen eer meer te behalen. Als ze al welkom
waren op de uiterst schaarse persconferenties, zaten ze op
de vierde rij. Daar mochten ze alleen luisteren naar de voorgeprogrammeerde
vragen van enkele journalisten van de grote Amerikaanse media:
allemaal vriendjes van de President. Zelfs als minister Bot
of premier Balkenende het Witte Huis bezocht, was het onmogelijk
om ook maar één vraag aan Bush te stellen. Hoogstens
een cameraman zonder geluid mocht dan even naar binnen. De
laatste keer, bij het bezoek van De Hoop Scheffer, mocht Max
Westerman een onbetekenend vraagje schreeuwen vanuit een uitpuilend
persvak in de Oval Room. Dat was het. Nee, ze kregen geen
voet binnen de deur bij Bush en moesten hun items altijd buiten
het Witte Huis zoeken.
Kortgeleden is Charles Groenhuijsen vervangen door Wouter
Kurpershoek. En gisteren had de NOS beet. Omdat Bush Nederland
bezoekt, mocht Wouter vijf minuten met hem praten. Het is
natuurlijk top als je even tegenover de machtigste man van
de wereld mag zitten, ook al stelt het gesprek inhoudelijk
niets voor: vijf vragen, steeds een ingestudeerd, nietszeggend
en voorspelbaar antwoord. Maar Wouter, die mazzelkont, heeft
meteen bij zijn aantreden het hoogst haalbare target binnengehaald.
Dat is noch Charles Groenhuijsen noch Max Westerman de laatste
vijf jaar gegund geweest.
De koek is echter nog niet op voor de Nederlandse media.
Vandaag publiceerde de Volkskrant een aankeiler voor een groot
interview met Bush dat morgen in de krant verschijnt. Niet
de uiterst ijverige en gelauwerde Jan Tromp -sinds twee jaar
VS-correspondent voor de Volkskrant- tekent daarvoor, maar
Arie Elshout. Bescheiden aangekondigd als 'onze verslaggever',
mocht de adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant zowaar een
uur lang bij de President op de thee. Nou schrijft Elshout
wel vaker over Amerika, maar waar was Jan Tromp op dit moment
suprème? Het antwoord op die vraag is misschien wel
veel interessanter dan de inhoud van een uurtje praten met
Bush; al zou ik best aan willen schuiven. reageer |
5 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Bevrijdingskitsch
Na vier mei komt de vijfde, zoals tweede kerstdag, tweede
paasdag of tweede pinksterdag, volgt op de eerste. Eén
dag voor het serieuze en één dag feesten als
beloning. Dat is typisch Nederlands. Niet erg, maar wel typisch.
Amerika heeft alleen 'eerste' dagen. De Memorial
dagen plakken ze, als het even kan, aan een weekend vast.
Amerikanen houden van lange weekenden. De vele memorial
dagen zijn herdenking en feest in één. Memoreren
doe je met een krans en feesten met een hoop uiterlijk vertoon.
De meeste Amerikanen doen geen van beide. Een dag vrij zijn
van de baas, daar gaat het om. Alleen op de 'eerste' Christelijke
dagen als Kerst en Pasen, of op hun Amerikaanse geboortedag
Thanksgiving, pakken ze helemaal uit.
Wij zijn natuurlijk ook niet vies van vrije dagen en de
laatste jaren combineren we 30 april dan ook met 4 en 5 mei
tot een meivakantie. Een lang weekend is ons immers niet lang
genoeg. Om het feestgevoel te benadrukken heeft Smilde, van
Boven- tot Hoger-, de kerstversiering van zolder gehaald.
De groene boompjes en laurierblaadjes, de arrenslee met het
bebaarde mannetje -allemaal gemaakt van gekleurde lampjes-
zijn vervangen door banieren met muzieksymbolen. Zo drijven
naast, André Hazes, vele willekeurige wereldsterren
van uiteenlopende muziekstijlen in de vaart. Hier en daar
hangt een Pools of Canadees vlaggetje aan de versiering, als
verwijzing naar de 'bevrijders'. Rijdend vanaf Assen nodigt
de Oranjevereniging autorijders uit voor een 3 kilometer durend
'Kun je zingen, zing dan mee. Tientallen bordjes met een muzieknoot
op een stukje notenbalk, vormen samen het Wilhelmus. Je moet
wel noten kunnen lezen, want noch de titel van het lied noch
de tekst, staat erbij.
Die oubollige kitsch heet 'gezellig' te zijn. Het woord 'gezelligheid'
is typisch Nederlands; een buitenlands synoniem ervoor bestaat
niet. De 'Kitsch' in de Smildiger vorm van fout uiterlijk
feestvertoon, is echter internationaal. Kijk maar eens hoe
de Amerikanen hun 'eerste' dagen vieren.
reageer |
4 mei 2005
* Ga naar het volgende of vorige verhaal.
Handen vol verdriet
Zestig jaar geleden ondertekenden de Duitsers pro forma hun
nederlaag. Het jubileum zorgde vanavond voor een enorme belangstelling
bij de gedenkplaatsen. Dit ondanks de halve finales Championsleague
van PSV. Graag had ik willen zien hoe ongeduldige vaders het
einde van het serene eerbetoon nauwelijks konden afwachten;
hoe ze vervolgens hals over kop met hun bolides naar huis
scheurden voor het eerbetoon aan hun lévende helden.
Ik kon die vaders helaas niet zien, want ik moest de nachtdienst
in. Normaal ga ik op 4 mei naar Kamp Westerbork, maar nu lag
ik om acht uur stil te wezen in mijn waterbed; veel langer
dan de opgelegde twee minuten.
Twee weken geleden was ik met een vriendin in Groningen.
We bekeken zes grillige handen aan de rand van het Sterrenbos,
naast de Mesdagkliniek. Ze vormen een monument ter nagedachtenis
aan de drieduizend joden, die in de oorlog uit Groningen zijn
weggevoerd en nooit terugkwamen. Edu Waskovsky (1934-1976)
zat na de oorlog bij mijn vriendin in de klas. Beiden hadden
ze in de kapotgeschoten straten van Rotterdam gespeeld. Later,
toen ze onafhankelijk van elkaar naar het Noorden togen, kwamen
ze elkaar weer tegen. Edu was toen net bezig met zijn handen.
Voor hem werden ze groter en groter; waardevoller dan symbolen.
Ze kwamen nooit af, die handen, vanwege jarenlang geruzie
met de opdrachtgevers. En voordat de zevende hand klaar was,
stierf Edu van verdriet over dat gekissebis en na een leven
vol drank. Vandaar dat er nu slechts zes handen staan, met
een lege sokkel tussen hen in. Samen met de rails in Westerbork,
is dit het meest indrukwekkende monument dat ik ken. Aan de
zijkant van de plaquette ervoor, staat nog heel vaag zijn
naam: Edu Waslovsky.
Ik moest even aan dit verhaal denken toen de wekkerradio
mij vanavond wakker maakte en vertelde dat de PSV-ers gewonnen
hadden maar toch verloren; eervol verloren.
reageer |
Ga terug naar boven en lees meer stukjes in het archief.
|
|